5.3 Temperatuurinstelling
ATTENTIE!
• Bij een bedrijfsstoring, b�v� defect aan de temperatuursensor, onderbreking van de toe-
voerleiding tussen de soldeerbout en het soldeerstation of stijging van de temperatu-
ur van de soldeerstift tot boven 460°C, verschijnt de foutmelding ERROR. Bovendien
zendt de geïntegreerde piëzobrommer een akoestisch waarschuwingssignaal uit� In
dat geval moet het soldeerstation onmiddellijk worden uitgeschakeld, van het net wor-
den losgekoppeld en op mogelijke storingsoorzaken worden gecontroleerd�
1� Schakel het soldeerstation in door de netschakelaar op ON (I) te zetten.
Het LC-temperatuurdisplay licht op.
Op het display verschijnt „350°C PRESET". Dit betekent dat het soldeerstation vooraf
is ingesteld op een soldeertemperatuur van 350°C. De soldeerbout warmt op.
2� Gebruik de insteltoetsen om de gewenste temperatuur in te stellen in het bereik 150-
450°C (setpoint SET).
Het kort indrukken van een van de knoppen verhoogt of verlaagt de soldeertemperatu-
ur met de waarde 1°C. Als u een toets ingedrukt houdt, wordt de temperatuur continu
verhoogd of verlaagd.
Het setpoint (SET) verschijnt in het onderste deel van het display.
De actuele waarde (TEMP) verschijnt in het bovenste deel van
het display.
De instelwaarde geeft aan welke temperatuurwaarde de soldeer-
boutstiftzou moeten bereiken. De werkelijke waarde geeft aan welke
temperatuurwaarde de soldeerboutstift werkelijk heeft bereikt. Tij-
dens de verwarmingsfase verschijnt de melding „HEAT ON WAIT" op het display.
De streefwaarde kan op elk moment worden aangepast.
De ingestelde temperatuurwaarde wordt bij het uitschakelen van het soldeerstation op-
geslagen en de volgende keer dat de zender wordt aangezet opnieuw instellen. De ge-
wenste soldeertemperatuur is dus hoeft dus niet opnieuw te worden ingevoerd voor de
volgende soldeerbewerking.
5.4 Soldeerstift vertinnen
Voordat het soldeerstation voor de eerste keer gebruikt wordt, moet de nieuwe soldeerstift
eerst vertind worden�
1� Veeg de soldeerstift af aan de vochtige spons om hem schoon te maken�
2� Stel de streefwaarde in op 200°C en wacht tot de soldeerstift is opgewarmd.
3� Laat wat soldeer smelten tot een dunne, samenhangende laag op de soldeerstift�
Het is belangrijk dat de soldeerstift steeds met soldeertin bevochtigd wordt, anders
wordt hij na een tijdje passief en zal hij geen soldeertin meer opnemen.
5.5 Behandeling van
• Voorwaarde voor een perfect soldeerresultaat is het gebruik van geschikt soldeer en
de juiste behandeling van het soldeerstation� Wij bevelen het gebruik aan van elektro-
nisch soldeer met een harsvulkern� In geen geval mogen halogeenhoudende vloeimid-
delen worden gebruikt� Het vloeimiddel in de soldeerdraad bevrijdt de soldeerverbinding
van soldeeronzuiverheden en oxiden en voorkomt de vorming van nieuw oxide tijdens
het soldeerproces. en oxiden en voorkomt de vorming van nieuw oxide tijdens het solde-
ren� solderen�
• De juiste soldeertemperatuur is bepalend voor de kwaliteit van de soldeerverbindingen�
In de elektronicasector bedraagt de gebruikelijke soldeertemperatuur 300-380°C. Te lage
soldeertemperaturen leiden tot „koude" soldeerverbindingen� Als de soldeertemperatuur
te hoog is, verbrandt het vloeimiddel en wordt de soldeerstroom onder broken�
Materiële schade
NL
46