Neem in geval van een storing van de wasmachine contact op met het dichtstbijzijnde geautoriseerde
servicecentrum van ons bedrijf. De klant mag het apparaat niet zonder toestemming demonteren.
Als de wasmachine niet normaal kan werken of als er afwijkingen of alarmen optreden, controleer en
repareer dan als volgt.
Storingen
Er stroomt geen
water naar binnen
Geen wassen
Abnormale afvoer
Abnormale draaiing
LET OP : Als het wasgoed tijdens het centrifugeren aan één kant van de centrifugetrommel wordt geplaatst,
ontstaat er een onbalans waardoor er een bobbel ontstaat. De computer in de wasmachine detecteert dit
en corrigeert dit automatisch door hem met water te vullen.
Als er na twee continue correcties echter nog steeds een onbalans is, waardoor de computer het probleem
niet kan oplossen, moet de gebruiker de kleding handmatig en gelijkmatig in de trommel plaatsen.
NL
Controleer of de stroom is uitgeschakeld of dat de zekering is doorgebrand.
Controleer of de watertoevoer is afgesloten of dat de waterdruk te laag is.
Controleer of de toevoerslang goed is aangesloten en de waterkraan is
geopend.
Controleer of het filterscherm van de inlaatklep verstopt is door vuil.
Controleer of de spoel van de inlaatklep beschadigd is. (Het lichte
elektromagnetische geluid is een normaal verschijnsel wanneer de inlaatklep is
ingeschakeld)
Controleer of de knop "Start/Pauze" wordt ingedrukt nadat de aan/uit-
schakelaar is ingedrukt.
Controleer of de stroom is uitgeschakeld of dat de zekering is doorgebrand.
Controleer of de voedingsspanning te laag is.
Controleer of de waterhoeveelheid het gewenste waterniveau bereikt. (De
wasmachine werkt niet als de waterhoeveelheid niet het vereiste waterniveau
bereikt)
Controleer of de wasmodus "Uitgesteld" is ingesteld. (Het begint pas te
werken totdat de reserveringstijd is bereikt)
Controleer of de waterafvoerslang erg hoog is geplaatst.
Controleer of het uiteinde van de waterafvoerslang goed is afgedicht.
Controleer of de interne rubberen ring van de aftapkraan verstopt is door vuil.
Controleer of het deurdeksel gesloten is.
Controleer of alle kleding grotendeels aan één kant van de ton is opgestapeld
of dat de kleding te veel is geplaatst.
Controleer of de wasmachine niet stabiel staat of schuin staat. (De grond is
niet vlak).
Controleer of de motorriem los zit.
Inspectie