BEDIENINGSELEMENTEN
8. Controlelampje en signaleringssysteem
Dit controlelampje gaat branden als het sleuteltje (6) in de «DRAAIEN» staat en blijft conti-
nu branden zolang de zitmaaier in werking is. Als het lampje knippert dan betekent dat de
toestemming om de motor te starten ontbreekt (zie 5.3). Een geluidssignaal attendeert u
erop dat de grasopvangbak vol is (zie 5.3).
9. Hendel om de messen en de rem van de messen in te schakelen
Deze hendel heeft twee standen, die op het plaatje aangegeven staan, te weten:
Stand «A» = MESSEN UITGESCHAKELD
Stand «B» = MESSEN INGESCHAKELD
Als de messen ingeschakeld worden zonder dat de voorgeschreven veilige omstandighe-
den in acht genomen zijn, dan slaat de motor af (zie 5.3).
Als de messen uitgeschakeld worden (stand «A») dan wordt er tegelijkertijd een dubbele
rem ingeschakeld die binnen enkele seconden belet dat de messen kunnen draaien.
10. Hendel om de maaihoogte in te stellen
Deze hendel heeft zeven standen die op het betreffende plaatje aangegeven staan, d.w.z.
stand «1» tot en met «7», die met net zoveel maaihoogten overeenstemmen, variërend
van 3 tot 8 cm. Om van de ene stand naar de andere stand over te gaan moet u op de ont-
grendelknop aan het uiteinde van de hendel drukken.
11. Knop om de grasopvangbak te ontgrendelen
Als deze knop ingedrukt wordt en in de achterste stand «A» gezet wordt de onderste haak
van de bak ontgrendeld waardoor de bak geleegd kan worden. Om ervoor te zorgen dat
de bak daarna weer vergrendeld wordt moet u opnieuw op de knop drukken en de knop
weer in de normale werkstand «B» zetten.
12. Hendel om de grasopvangbak te legen
Deze hendel, die eruit getrokken kan worden, stelt u in staat de bak te legen waarbij u kunt
blijven zitten en waarbij tegelijkertijd de vereiste krachtsinspanning verminderd wordt.
13. Ontgrendelingshendel van de hydrostatische aandrijving
Deze hendel heeft twee standen die door een plaatje zijn aangegeven:
Stand «A» = Aandrijving vergrendeld: voor alle gebruikscondities, tijdens het rij-
Stand «B» = Aandrijving ontgrendeld: een aanzienlijke vermindering van de
den en het maaien;
inspanning die nodig is om de maaier, met de motor uit, op eigen
kracht te verplaatsen.
nee 15