De haak aanbrengen
► Fig.11: 1. Gleuf 2. Haak 3. Schroef
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op
te hangen. De haak kan aan iedere zijkant van het
gereedschap worden bevestigd. Om de haak te beves-
tigen, steekt u deze in een gleuf op een zijkant en zet
u hem vast met de schroef. Om de haak eraf te halen,
draait u de schroef los en haalt u de haak eraf.
De schroefbithouder aanbrengen
Optioneel accessoire
► Fig.12: 1. Schroefbithouder 2. Schroefbit
Pas de schroefbithouder op de uitstekende nok aan
de voet van het gereedschapshuis, links of rechts naar
keuze, en zet de bithouder vast met een schroef.
Wanneer u het schroefbit niet gebruikt, kunt u het in de
schroefbithouders opbergen. Schroefbits van 45 mm
lengte kunnen hier worden bewaard.
BEDIENING
LET OP:
Druk de accu altijd stevig aan totdat
die op zijn plaats vastklikt. Wanneer het rode deel
aan de bovenkant van de knop nog zichtbaar is, zit de
accu er nog niet helemaal in. Schuif hem er helemaal
in totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u
dit nalaat, zou de accu uit het gereedschap kunnen
vallen en uzelf of anderen kunnen verwonden.
LET OP:
Wanneer de snelheid sterk afneemt,
verlaagt u de belasting of stopt u het gereedschap
om te voorkomen dat het gereedschap wordt
beschadigd.
Houd het gereedschap stevig vast met één hand aan de
handgreep en de andere aan de onderkant van de accu
om wringkrachten goed te kunnen beheersen.
► Fig.13
Gebruik als schroevendraaier
LET OP:
Stel de koppelinstelring in op het
juiste koppel voor uw werkstuk.
LET OP:
Zorg dat het schroefbit recht in de
schroefkop steekt, anders kunnen de schroef en/
of het schroefbit beschadigd worden.
Draai eerst de werkingsfunctiekeuzering zodat het
pijlteken op het gereedschapshuis naar de marke-
ring
wijst.
Plaats de punt van het schroefbit in de schroefkop
en oefen wat druk uit op het gereedschap. Start het
gereedschap langzaam en verhoog dan geleidelijk de
snelheid. Zodra de koppeling aangrijpt, laat u de trek-
kerschakelaar onmiddellijk los.
OPMERKING: Voor het vastdraaien van houtschroe-
ven dient u een boorgat van 2/3 de diameter van de
schroef voor te boren. Dit vergemakkelijkt het vast-
draaien en voorkomt dat het werkstuk kan splijten.
Gebruik als klopboor
LET OP:
Op het moment dat het boorgat
doorbreekt, het boorgat verstopt raakt met
schilfertjes of metaaldeeltjes, of de klopboor de
bewapening in het steen raakt, wordt een plotse-
linge en enorme torsiekracht uitgeoefend op het
gereedschap/boorbit.
Draai eerst de werkingsfunctiekeuzering zodat het
pijlteken op het gereedschapshuis naar de marke-
ring
wijst. Bij deze toepassing kunt u de instelring
op elk gewenst koppel instellen.
Gebruik vooral een boorbit met een hardmetalen punt.
Plaats de punt van het boorbit op de plaats waar u een
gat wilt boren en knijp dan de trekkerschakelaar in.
Forceer het gereedschap niet. Een lichte druk geeft de
beste resultaten. Houd het gereedschap zorgvuldig op
zijn plaats en zorg dat het niet uit het boorgat raakt.
Oefen niet méér druk uit wanneer het boorgat verstopt
raakt met schilfertjes of boorgruis. Laat daarentegen
het gereedschap "stationair" draaien en trek het boorbit
gedeeltelijk terug uit het boorgat. Door dit enkele malen
te herhalen, kunt u het boorgat gruisvrij maken, zodat u
het normale boren kunt hervatten.
Luchtblazer
Optioneel accessoire
► Fig.14: 1. Luchtblazer
Nadat het gat geboord is, gebruikt u het luchtblazer om
het stof uit het gat te blazen.
Gebruik als boormachine
Draai eerst de werkingsfunctiekeuzering zodat het
pijlteken naar de markering
volgt te werk.
Boren in hout
Bij het boren in hout verkrijgt u de beste resultaten met
houtboortjes voorzien van een geleideschroefpunt.
Deze geleideschroefpunt vergemakkelijkt het boren,
door het boorbit het werkstuk in te trekken.
Boren in metaal
Om te voorkomen dat het boorbit bij het begin van het
boren zijdelings wegglijdt, maakt u met een hamer en
een centerpons een putje precies op de plaats waar
u wilt boren. Plaats dan de punt van het boorbit in het
putje en begin met boren.
Gebruik bij het boren in metaal een smeermiddel.
Uitzonderingen hierbij zijn ijzer en koper, die droog
geboord moeten worden.
36 NEDERLANDS
wijst. Ga daarna als