In dit geval detecteert de generator de
laatste bediening met de hoogste priori-
teit die door de gebruikersinterface is
verzonden en vermindert zo nodig de
eerder geactiveerde instellingen voor
een ander kookelement.
De vermogensregelingsfunctie wordt in
eerste instantie ook geactiveerd als een
pan op het kookelement wordt gedetec-
teerd.
Bijvoorbeeld:
Als voor kookzone 1 het extra vermo-
gensniveau (boost) (P) is geselecteerd,
kan kookzone 2 niet tegelijkertijd het
vermogensniveau 9 overschrijden en
wordt deze automatisch beperkt."
15. GIDS VOOR HET
GEBRUIK VAN DE
PANNEN
Welke pannen zijn geschikt?
Gebruik alleen pannen met een ferro-
magnetische bodem die geschikt zijn
voor gebruik op inductiekookplaten:
• gietijzer
• geëmailleerd staal
• koolstofstaal
• roestvrij staal (ook niet volledig roest-
vrij)
• aluminium
met
coating of bodem met ferromagneti-
sche plaat
Controleer of het symbool
is (meestal op de onderkant gedrukt)
om na te gaan of de pan geschikt is. U
kunt ook een magneet in de buurt van
de bodem van de pan plaatsen. Als de-
ze blijft zitten, betekent dit dat de pan
kan worden gebruikt op een inductie-
kookplaat.
Gebruik voor een optimaal rendement
altijd pannen met een vlakke bodem die
de warmte gelijkmatig kan verdelen.
Een bodem die niet perfect vlak is, kan
de geleiding van het vermogen en de
warmte beïnvloeden.
Hoe moeten de pannen worden ge-
bruikt?
96
96
ferromagnetische
aanwezig
Minimale diameter van de pan/koeken-
pan voor de verschillende kookzones.
Voor een goede werking van de kook-
plaat moet de pan een of meer van de
op de kookplaat aangegeven referentie-
punten bedekken en een geschikte mi-
nimale diameter hebben.
Gebruik altijd de kookzone die het beste
past bij de diameter van de bodem van
de pan.
Kookzone
Diameter van de bodem van de pan
Ø min. (aanbevo-
Gecombineerd links/
rechts
Enkel links/rechts
Lege pannen/koekenpannen of pan-
nen met een dunne bodem
Gebruik geen lege pannen/koekenpan-
nen of pannen met een dunne bodem
op de kookplaat, omdat u dan de tempe-
ratuur niet kunt regelen of de kookzone
niet automatisch kunt uitschakelen als
de temperatuur te hoog is, met het risico
dat u de pan of het oppervlak van de
kookplaat beschadigt.
Als dit gebeurt, raak dan niets aan en
wacht tot alle onderdelen zijn afgekoeld.
Als een foutmelding verschijnt, raad-
pleeg dan het deel 'Oplossen van pro-
blemen'.
Normale geluiden van de werking van
de kookplaat
De inductietechnologie is gebaseerd op
de creatie van elektromagnetische vel-
den. Deze elektromagnetische velden
genereren warmte direct op de bodem
van de pan. Pannen en koekenpannen
kunnen verschillende geluiden of trillin-
gen veroorzaken, afhankelijk van de
manier waarop ze vervaardigd zijn.
Deze geluiden zijn hieronder beschre-
ven:
Zacht gezoem (zoals het geluid van
een transformator)
Dit geluid wordt geproduceerd als op
een hoge warmtestand wordt gekookt
en wordt veroorzaakt door de hoeveel-
heid energie die van de kookplaat naar
de pannen wordt overgebracht. Het ge-
Ø max (aanbevo-
len)
len)
190 mm
230 mm
110 mm
190 mm