• Verbind telkens een draad van ventiel 4, 5 en 6 met klem 4, 5 en 6
van de tweede ventielbox. Verbind de tweede draad van de ventielen
4, 5, 6 met de klemmen (C) in de tweede ventielbox.
• Verbind de klemmen 4, 5, 6 en C van de eerste ventielbox met een
kort stuk draad met de klemmen 4, 5, 6 en C van de tweede ventiel-
box.
(Afb. 11) Schuif beschermkapje (O) over de contactstrip (N) en
schroef dit vast met de beide schroeven (M).
3. OPBERGEN
Buitenbedrijfstelling / Overwinteren:
Om beschadiging van het beregeningsventiel te
voorkomen moeten – in het bijzonder voor de vorstperiode
– de volgende maatregelen genomen worden:
1. Waterkraan sluiten en verbindingsslang tussen waterkraan en
GARDENA Aansluitdoos art. 2722 losmaken.
Daarmee kan lucht nastromen.
2. Bij directe aansluiting van de besproeiingsinstallatie aan het huiswater-
net de watertoevoer uitzetten en aftapkraan in het huiswaternet open-
zetten.
3. De keuzehendels (afb. 12) van alle ventielen op stand "ON" zetten.
4. Beregeningsventiel / Ventielbox leegmaken.
Daartoe zijn er de volgende mogelijkheden:
• Installatie met perslucht leegblazen.
• Alle ventielen uitbouwen en vorstvrij opbergen.
5. TECHNISCHE GEGEVENS
Beregeningsventiel
Min. / max. gebruiksdruk
Doorstroommedium
Max. mediumtemperatuur
Verklaring van overeenstemming
De volledige tekst van de EC-verklaring van overeenstemming is
beschikbaar op het volgende internetadres: www.gardena.com
7. GARANTIE / SERVICE
Productregistratie:
Registreer uw product op gardena.com/registration.
16
GAR_01286-20.960.02_2024-02-26.indd 16
GAR_01286-20.960.02_2024-02-26.indd 16
Waarde / Eenheid
0,5 bar tot 12 bar
schoon zoet water
40° C
(Afb. 12) Ventielbesturing instellen:
Volautomatische besturing:
• Zet de keuzehendel op "AUTO / OFF".
Programmagestuurde waterdoorstroming naar de besproeiings-
installatie na programmering door besproeiingsbesturing.
Een automatisch geopend ventiel kan niet handmatig op het
ventiel worden gesloten.
Handmatige besturing:
• Zet de keuzehendel op "ON" zetten.
Permanente waterdoor stroming, onafhankelijk van de programme-
ring.
(Afb. 13) Als diefstalbeveiliging kan het deksel met een klein hangslot
of kabelslot (niet inbegrepen) worden afgesloten.
• Bij ventielbox V3 de ontwateringskap (F) openen en detvoe
voerleiding leegmaken. Voor zover de leidingen vanaf de ven
tielbox V3 via een ontwateringsventiel (bijv. in de GARDENA
verzonken sproeiers), dat niet hoger dan het beregeningsven
tiel aangebracht is, leeggemaakt wordt, kunnen de berege
ningsventielen in de ventielbox gemonteerd blijven.
5. Batterij uit de besturingsmodule halen.
6. Schachtdeksel vergrendelen (afb. 13.3).
Afvoeren:
(conform RL2012/19/EU)
Het product mag niet met het normale huishoudelijke afval
worden afgevoerd. Het moet volgens de geldende lokale milieu-
voorschriften worden afgevoerd.
BELANGRIJK! Voer het product via uw plaatselijke recycling
verzamelpunt af.
6. TOEBEHOREN
Besturing
GARDENA beregeningsventiel 24V
GARDENA Beregeningsventiel 9V Bluetooth
GARDENA Besproeiingscomputer 4030 / 6030
GARDENA Irrigation Control
besproeiingsbesturing
GARDENA Bodemvochtigheidssensor
GARDENA Verlengkabel voor Sensor
GARDENA Verbindingskabel
GARDENA Verbindingsklem
Filter
GARDENA Centraalfilter
Service:
U vindt de actuele contactgegevens van onze service op de achterzijde
en online:
• België: https://www.gardena.com/be-fr/c/assistance/contact
• Nederland: https://www.gardena.com/nl/c/ondersteuning/contact
• Andere landen: https://www.gardena.com/int/support/advice/contact/
art. 1278
art. 1285
®
art. 1283 / 1284
art. 19032 / 19209
art. 1867
art. 1868
art. 1280
art. 1282
art. 1510
26.02.24 09:29
26.02.24 09:29