HOOFDSTUK -2: ONDERDELEN EN STUKKEN VAN UW KOELKAST
1
2
3
4
5
6
7
8
Het doel van deze presentatie is u te informeren over de onderdelen van uw apparaat. De onderdelen kunnen
afhankelijk van het model van het apparaat variëren.
HOOFDSTUK -3: GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Instelling Thermostaat
De thermostaat regelt automatisch de binnentemperatuur van het
koelingscompartiment en het vriezercompartiment. Door de knop van stand
1 naar 5 te draaien wordt de temperatuur kouder.
Instelling van de thermostaat voor koel- en vriezercompartiment
1 - 2 : Voor het bewaren van voedsel in de vriezer gedurende korte tijd
kunt u de knop tussen de laagste en de mediumstand zetten.
3 - 4 : Voor het bewaren van voedsel in de vriezer gedurende langere tijd,
kunt u de knop in de mediumstand zetten.
5 : Voor het invriezen van vers voedsel. Het apparaat zal langer
blijven werken. Dus nadat het voedsel is ingevroren moet u de
thermostaat in de vorige stand zetten.
Let op: de omgevingstemperatuur, de temperatuur van pas opgeslagen
voedsel en hoe vaak de deur wordt geopend, zijn van invloed op de
temperatuur in het koelingscompartiment. Wijzig, indien nodig, de
temperatuurinstelling.
Super-vriezen en lage omgeving stemperatuur schakelaar
Lage omgevingstemperatuur
temperatuurregelaar
A
10
A) Koelingscompartiment
B) Vriezercompartiment
9
1) Thermostaatvak
2) Lamp van de koelkast
3) Koelkastplank
4) Afdekking groentelade
5) Groentelade
B
6) Bovenste Afdekking vriesvak
7) Bovenste Lade vriezer compartiment
8) Onderste Lade vriezer compartiment
9) Flesseplank
10) Boter- en kaasplank
11) Ijslade
12) Plastic krabber
13) Eierenhouder
NL -33-
11
12
13
Thermostaatvak
0 : UIT-stand.
I : AAN-positie.