• Plaats de operator arm "E" op de motor aandrijfas zoals aangegeven in figuur
8 en zet hem vast met de geleverde grub schroef "F".
• Zoals aangegeven in de montage tekeningen (motor rechts geïnstalleerd figuur
9) en (motor links geïnstalleerd figuur 10) monteer de motor op de basis plaat
door gebruik te maken van de twee bouten en zelf-vergrendelende ringen "G" .
de motor is op de fabriek ingesteld om aan de rechterzijde van de poort, gezien
van de binnenzijde, van de poort.
Om de motor aan de linkerzijde te monteren verwijder dan eerst de plastic disk
"H" (afb. 10), welke het gat nodig voor de motor aandrijfas, blokkeert. Gebruik
een tang en dek het andere gat af met de geleverde mobile disk "L" .
• Plaats de gearticuleerde bediende arm en beugel aan de poort (afb. 2)
- Plaats de plastic geleiders "11" in de gaten van de gebogen arm "7", verbind
de gebogen arm "7" op de rechte arm "6" en een de beugel "8" door gebruik
te maken van de bouten "9" en zelfsluitende moeren "12" nadat de verzinkte
sluitringen "10" geplaatst zijn in de plastic geleider "11" .
• De motor ontgrendelen (afb. 12).
• Zet de voorste beugel vast op de poort door gebruik te maken van twee M8
bouten 39 mm beneden de basis (det. 1 afb. 6). De positie van de voorste
beugel wordt bepaald door de arm volledig te openen (met de poort volledig
gesloten) en de punten 1,2 en 3 (afb. 4) uit te lijnen verplaats vervolgens punt 3
achterwaarts met 100 mm vanaf het uitlijn punt. De arm moet vierkant zijn "M"
(afb. 6).
Controleer het volgende:
- Controleer, met de voorste beugel rustend tegen het poort, dat terwijl het poort
beweegt, het geen last van kracht heeft langs de "L" as (afb. 5) zowel naar boven
als naar onder. Mocht dit voorvallen dan is ofwel het poort ofwel de motor niet
juist geïnstalleerd en kan dit schade opleveren. Pas wanneer u alle uitlijningen
heeft gecontroleerd zet u de voorste beugel vast aan de poort.
• Nadat de installatie gedaan is en de elektrische verbindingen de carter passen
(afb. 11" door gebruik te maken van de zelf tappende bouten "N" en verzekerd
te zijn dat de lagere tanden op de plastic basis het slot sluiten.
• Het verdient aanbeveling gebruik te maken van een elektrisch sluitsysteem (zie
standaard installatie afb. 1)
HANDMATIG ONTGRENDELING (afb. 12)
Het ontgrendelen mag alleen uitgevoerd worden als de motor gestopt is om de
poort tijdens black-outs met de hand te kunnen bewegen. Om de poortvleugel te
ontgrendelen moet de sleutel die bij het apparaat inbegrepen is gebruikt worden.
Om te ontgrendelen:
Open de toegangsdeur en draai de hendel tegen de klok in zoals aangegeven in
detail "A" (afb. 12) totdat het punt "B" heeft bereikt. Waar het blijft steken dankzij
een anti terugkeer mechanisme.
Dit geeft de motor en de poort vrij, welke dan kan worden geopend door er zachtjes
tegen aan te drukken.
Om weer te vergrendelen:
Druk zachtjes tegen de hendel van de vrijgave positie "B" om de anti terugkeer
mechanisme te overwinnen.
De aanwezigheid van de veer zorgt er voor dat het mechanisme automatisch
terug keert naar de geblokkeerde positie "A". mocht dit niet gelijk gebeuren dan
kunnen ze handmatig geblokkeerd worden door tegen de poort te drukken of door
de motor te activeren.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Belangrijke opmerkingen
• Nadat het apparaat geïnstalleerd is en voordat de besturingsunit
ingeschakeld wordt, moet gecontroleerd worden of de poort tijdens het
handmatig bewegen (met ontgrendelde motor) vloeiend beweegt en er
op geen enkel punt bijzondere weerstand ondervonden wordt.
• De aanwezigheid van de stroomsensor neemt niet weg dat het verplicht
is om fotocellen of andere veiligheidsvoorzieningen te installeren zoals
bepaald door de geldende veiligheidsvoorschriften.
• Alvorens de bedrading aan te sluiten moet gecontroleerd worden of de
spanning en de frequentie die op het typeplaatje is vermeld overeenkomt
met de netvoedingsspanning.
• De voedingskabel moet van rubber zijn en van het type 60245 IEC 57
(bijv. 3 x 1,5 mm
H05RN-F).
2
• De kabel mag alleen vervangen worden door vakbekwame technici.
• Tussen de besturingsunit en de netvoeding moet een meerpolige
onderbrekingsschakelaar met een contactafstand van minstens 3 mm
geïnstalleerd worden.
• Er mogen geen kabels met aluminium geleiders gebruikt worden; de
uiteinden van de kabels die op de aansluitklemmen aangesloten moeten
worden mogen niet gesoldeerd worden; er moeten kabels gebruikt
worden die gemarkeerd zijn met T min 85°C en die bestand zijn tegen
weersinvloeden.
• De geleiders moeten op passende wijze in de buurt van de aansluitklemmen
worden bevestigd zodat zowel de isolatie als de geleider stevig vastgezet
wordt.
HOOFDVOEDINGSAANSLUITING 230 Vac BESTURINGSUNIT
Sluit de draden die van de besturingsunit en van de veiligheidsvoorzieningen
afkomstig zijn aan.
• Leid de hoofdstroomvoorziening naar de
besturingsunit en sluit deze daarna aan op de reeds
met de primaire zijde van de transformator verbonden
2-weg aansluitplaat.
VOORBEREIDEN VAN MOTORAANSLUITKABELS
• De set bevat een 10 metri lange 6-polige kabel die op basis van de
installatietechnische eisen ingekort kan worden.
• Sluit de aansluitkabel van de motor 'M1' en de encoder '1' op de 6-weg
aansluitplaat '6' aan.
• Voer het einde van de kabel naar het klemmenbord op de motor via de
kabelklem "PC".
• Sluit de aders van de kabel aan de encoder door middel van de correcte
kleuren volgorde zoals aangegeven in afbeelden 14 en zet de kabelklem
"PC" stevig vast.
• Herhaal de procedure voor de tweede motor en tweede encoder.
Motor 1
1-2
Stroomvoorziening motor 1
3-4-5-6 Ingangen voor signalen encoder 1
Motor 2
Stroomvoorziening motor 2
1-2
3-4-5-6 Ingangen voor signalen encoder 2
Elektronische besturingsunit
Aanwijzingen voor het programmeren van de elektronische besturingsunit en
de werking op batterijen, vindt u in de handleiding MULTI-ECU SOFTWARE
ZVL608 die bij de aandrijving verstrekt wordt.
ONDERHOUD
Om aanspraak te kunnen maken op de garantie van 24 maanden of 50.000
bewegingen, dient u het onderstaande aandachtig door te lezen.
Opgelet! Alvorens reinigings- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren,
moet u controleren of de spanning bij de netaansluiting verbroken is en of de
motorvoedingskabels en de batterijen losgekoppeld zijn.
Eventuele reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door
gespecialiseerde vakmensen waarbij originele en gecertificeerde reserveonderdelen
gebruikt moeten worden.
De motor vereist normaal gesproken geen bijzonder onderhoud; in elk geval
is de garantie van 24 maanden of 50.000 bewegingen alleen geldig als de
volgende controles en eventuele onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd
aan de machine, in dit geval 'draaipoortaandrijving':
- de mate van slijtage van de pennen regelmatig controleren en de bewegende
delen eventueel smeren, met name de schroef, det. 7 in afb. 2, met
smeermiddelen die ervoor zorgen dat de wrijvingseigenschappen ook na
verloop van tijd gelijk blijven en die geschikt zijn voor een werking binnen een
temperatuurbereik van -20 tot +70°C;
- regelmatig de goede werking van de veiligheidsvoorzieningen (fotocellen,
veiligheidscontactlijsten etc.) controleren;
- de laadtoestand van de batterijen controleren.
Deze controles moeten worden opgeschreven omdat ze van essentieel belang
zijn voor het bevestigen van het recht op garantie.
20
N
L
(afb. 14, blz. 11)