WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Als u het product wilt uitschakelen, zet u de motor uit,
wacht u tot deze volledig stil staat, verwijdert u de accu
en koppelt u de veiligheidssleutel los.
10.4
Messtopinrichting (afb. 1, 18)
Voor elke ingebruikname moet u de messtopinrichting
controleren. Start de motor zoals beschreven onder 10.5.
1. Laat de veiligheidsbeugel (1) los. De motor schakelt
uit en het mes (16) wordt afgeremd.
2. Het mes (16) moet binnen 7 seconden stoppen.
10.5
Product in-/uitschakelen (afb. 18)
Opmerking:
De laadindicator van de accu wordt weergegeven door
het branden van de betreffende LED-lamp.
Low
High
Inschakelen
1. Houd de aan/uit-schakelaar (11) ingedrukt en trek de
veiligheidsbeugel (1) naar achteren.
Uitschakelen
1. Laat de veiligheidsbeugel (1) los.
2. Trek aan de veiligheidssleutel (14).
3. Verwijder de accu.
VOORZICHTIG
Na het uitschakelen loopt het product na. Wacht tot het
product volledig tot stilstand is gekomen.
10.6
Auto-/Eco-modus (afb. 1)
Het product tijdens het starten automatisch in de laatst
gebruikte modus.
1. Door het indrukken van de auto/eco-schakelaar (12)
kunt u schakelen tussen de auto-/eco-modus.
Auto-modus:
Het product past het motortoerental overeenkomstig de
belasting aan.
Eco-modus:
Het product loopt met het laagste toerental voor maximale
accu-looptijd.
10.7
Na het maaien
• Controleer voor hernieuwd gebruik alle schroeven en
moeren. Haal losse schroeven aan.
• Leeg de grasopvangzak voor het hernieuwde gebruik.
• Neem ook het hoofdstuk "Opslag" in acht.
72 | NL
Lage acculading
Hoge acculading
www.scheppach.com
11 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING
Laat reparatie- en onderhoudswerkzaamhe-
den, die niet in deze gebruikshandleiding be-
schreven staan, uitvoeren door een gespeci-
aliseerde werkplaats. Gebruik uitsluitend ori-
ginele reserveonderdelen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen! Voer on-
derhouds-
en
reinigingswerkzaamheden
doorgaans uit met een verwijderde accu. Er
bestaat gevaar voor verwonding! Laat het
product altijd afkoelen voordat onderhouds-
of reinigingswerkzaamheden worden uitge-
voerd. Elementen van de motor zijn heet. Er
bestaat gevaar voor letsel en brandwonden!
Het product kan onverwacht starten en kan daardoor
verwondingen veroorzaken.
–
Verwijder de accu.
–
Laat het product afkoelen.
–
Verwijder het inzetstuk.
11.1
Reiniging
• Zorg dat de veiligheidsinrichtingen, de ventilatiesleu-
ven en de motorbehuizing zo stof- en vuilvrij mogelijk
zijn. Wrijf het product met een schone doek af en
blaas deze met perslucht bij lage druk uit. Wij advise-
ren u, om het product direct na elk gebruik te reinigen.
• Ventilatieopeningen moeten altijd vrij zijn.
• Een reiniging met de tuinslang is alleen aan te beve-
len met een lage druk. Een hogedrukreiniger is niet
geschikt om de grasmaaier te reinigen.
1. Hang de grasopvangzak uit en borstel deze met een
handborstel schoon. De behuizing van de grasmaaier
kunt u ook grof met een bezem reinigen.
2. Reinig de onderkant van de grasmaaier met een spa-
tel en handveger. De spatel helpt om grove en grotere
plantenresten uit het bereik van het mes (19) te ver-
wijderen. De reiniging van de onderkant is eenvoudi-
ger direct na gebruik en kan daardoor grondiger wor-
den uitgevoerd. Dan is het vuil en de plantenresten
nog vers en laat dan eenvoudiger los.
3. Gebruik geen reinigingsmiddelen of oplosmiddelen;
deze kunnen de kunststofonderdelen van het product
aantasten. Zorg ervoor dat er geen water in het pro-
duct kan komen.
4. Controleer of het uitwerpen van gras vrij is van gras-
resten en verwijder deze indien nodig.