INSTALLATIE
INSTALLATIE
• Plaats de airco op een solide en stabiele ondergrond, om de
geluidshinder en vibratie tot een minimum te beperken. Zorg er
ook voor dat de ondergrond sterk genoeg is om het gewicht van
het toestel te dragen.
• Om het toestel makkelijk te kunnen verplaatsen, is het voorzien
van wieltjes. Zorg ervoor dat je het toestel alleen rolt over een
gladde en vlakke ondergrond. Wees voorzichtig wanneer je het
toestel al rollend verplaatst over een tapijt. Rol het toestel nooit
over een object.
• De voedingskabel moet steeds aangesloten worden op een
stopcontact dat geïnstalleerd en geaard is volgens de lokale
standaarden en normen.
• Monteer het accessoire voor snoeropberging op de achterkant
van het toestel.
• Plaats geen voorwerpen binnen een straal van 30 cm rondom
het toestel.
• Zorg er ook voor dat zich rondom de luchtuitlaat naar buiten, in
een straal van 50 cm, geen obstakels bevinden.
• Zorg ervoor dat de luchtuitlaat met de slang naar buiten wordt
gebracht. Houd de opening naar buiten zo klein mogelijk zodat
er geen warme lucht van buiten terug binnen kan.
• Zorg ervoor dat de luchtuitlaatslang niet te fel gebogen is bij het gebruik.
INSTALLATIE VAN DE RAAMUITLAAT
De luchtuitlaatslang moet gebruikt worden tijdens de instelling "cool" of "auto". Tijdens de
instelling "fan" en "dry" heb je de luchtuitlaatslang niet nodig.
1. Plaats het koppelstuk slang/toestel aan de ene kant
van de luchtuitlaatslang en het koppelstuk slang/
raamadapter op de andere kant van de slang. De
koppelstukken klikken vast zodra je deze op de slang
duwt.
www.domo-elektro.be
1
50cm
13