• Als de rotor niet goed is afgesteld, kan het apparaat geen voer afgeven.
• Het hoofdgedeelte van de voederautomaat, dat de elektronica bevat,
kan niet in de vaatwasser. Gebruik een droge, zachte doek om het af te
vegen. De behuizing is niet waterdicht, dus gebruikt u daarom geen natte
doek.
• Zorg ervoor dat alle onderdelen van de voederautomaat volledig schoon
en droog zijn voordat u deze opnieuw met voer vult.
Het droogmiddel vervangen
Open het deksel van de droogmiddelbox en vervang het droogmiddel.
Vervanging om de één tot twee maanden wordt aanbevolen.
De batterijen vervangen
Haalt u de stekker van de automaat uit het stopcontact en open het dek-
sel van het batterijvak aan de onderkant om de batterijen te vervangen.
Foutmeldingen en probleemoplossing
• Als er niet genoeg voer in het voerreservoir zit, begint de LED „STATE"
rood te knipperen. Vul bij en activeer vervolgens een handmatige voeding
door 1x kort op de
toets te drukken. Dit zorgt ervoor dat het toevoer-
mechanisme van de machine ook met voer wordt gevuld.
• Als u voer gebruikt dat te groot (>15 mm), zeer plat, ongewoon gevormd
of kruimelig is, kan het gebeuren dat het voermechanisme blokkeert
en het voer niet meer correct wordt afgegeven. In dat geval begint ook
de rode „STATE"-LED te knipperen. Om een verstopping in het toevo-
ermechanisme te verhelpen, moet al het voer uit de automaat worden
verwijderd: til het voerreservoir uit de automaat en kieper het voer eruit.
Draai de as op de bodem van het voerreservoir om voederresten uit het
mechanisme te verwijderen. U kunt het voerreservoir dan weer terug-
plaatsen en opnieuw vullen.
• Voor zover u de meldingen in de app heeft geactiveerd, wordt u automatisch
geïnformeerd als een van de beschreven problemen zich voordoet.
Andere verbindingsproblemen
In zeldzame gevallen kunnen zich ondanks een geslaagde koppeling van
de automaat diffuse verbindingsproblemen voordoen, bijvoorbeeld in de
vorm van frequente uitval van het camerabeeld. Verschillende problee-
moorzaken kunnen hiervoor verantwoordelijk zijn. In de meeste gevallen
worden dergelijke problemen veroorzaakt door bepaalde instellingen
of eigenaardigheden van de WiFi-router (bv. firewall). Wij bevelen de
volgende stappen aan om de oorzaak van het probleem te vinden.
1. Probeer eerst de voederautomaat in een andere hoek van de kamer of in
een andere kamer te plaatsen. Soms kan er sprake zijn van storing door
andere elektronische apparaten of bepaalde ruimtelijke omstandigheden.
In deze gevallen kan een verplaatsing van de voederautomaat voldoende
zijn om het probleem op te lossen.
2. Als het probleem aanhoudt, raden wij aan de voederautomaat te testen
op een ander WiFi-netwerk om te zien of het probleem wordt veroor-
zaakt door het WiFi-netwerk of door de voederautomaat zelf.
2.1 Indien de voederautomaat prima werkt op een ander WiFi-netwerk, moet
het probleem worden veroorzaakt door het WiFi-thuisnetwerk. (Ga dan
12
verder met stap 3)
2.2 Als hetzelfde probleem zich echter ook in een ander WiFi-netwerk
voordoet, kan het probleem mogelijk te wijten zijn aan een technisch
defect in de voederautomaat. In dit geval kunt u contact opnemen met
support (smartsupport@trixie.de) om het vervolg te bespreken.
Opmerking: In plaats van de automaat bijvoorbeeld in het WiFi-netwerk
van een familielid of vriend te testen, kunt u ook een mobiele hotspot
instellen op een tweede (!) smartphone en de voederautomaat voor
testdoeleinden met deze hotspot verbinden.
3. Indien de voederautomaat prima werkt in een ander WiFi-netwerk, zijn
de problemen waarschijnlijk te wijten aan instellingen / eigenaardighe-
den van uw WiFi-router.
3. 1 Probeer allereerst de DNS-server van uw router te wijzigen in de Google
DNS-server 8.8.8.8. Deze maatregel is veilig en gemakkelijk uit te voeren:
• Log in op uw WiFi router als Admin.
• Zoek de netwerk- of DNS-serverinstellingen van de router.
• Voeg een of beide openbare DNS-servers van Google toe aan de configu-
ratie van de router:
• Google Primaire DNS-server: 8.8.8.8
• Google Secundaire DNS-server: 8.8.4.4
• Slaat u de wijzigingen op en start u de router dan opnieuw op.
Meer informatie over het wijzigen van de DNS-server vindt u eventueel
in de handleiding van uw WiFi-router.
3.2 Als de WiFi-router een geïntegreerde firewall heeft, kan het in zeldzame
gevallen nodig zijn een statisch IP-adres aan de voederautomaat te geven
om te voorkomen dat de videostream door de firewall wordt geblok-
keerd. Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing of de klantenservice
van uw WiFi-router.
Tips voor het gebruik van IOT-apparaten
• Werk de software van uw apparaten bij wanneer er beveiligingsupdates
beschikbaar zijn.
• Verander de vooringestelde wachtwoorden en gebruik wachtwoordma-
nagers en, indien noodzakelijk twee factor authenticatie.
• Activeer de firewall van uw router.
• Stel een aparte WLAN in voor IoT-apparaten. De IoT-apparaten worden
dan bediend in een apart netwerk, dat geen verbinding heeft met gevoe-
lige gegevens of apparaten als uw computer.
• Activeert u de versleuteling van de communicatie van de IoT-apparaten.
• Verbindt u IoT-apparaten alleen met internet als dat voor bediening op
afstand absoluut noodzakelijk is.
• Gebruikt u VPN voor een veilige verbinding onderweg met uw thuisnet-
werk.
• Als op uw router UPnP-instelling (Universal Plug and Play) is geactiveerd,
dient u die te deactieveren zodat uw IoT-apparaten niet ongecontroleerd
met internet kunnen communiceren.
• Let u erop dat vreemden weinig of geen toegang hebben tot uw appara-
ten en de hardware kunnen wijzigen.
• USB- of LAN-poorten dienen niet vrij toegankelijk te zijn, aangezien ze
kunnen dienen als toegangspoort voor een aanvaller in uw netwerk en op
uw gegevens.
• Overdenk de mogelijke overdracht van persoonlijke gegevens en de
bescherming van uw privacy.
• Overweegt u bewust wanneer veiligheid belangrijker is dan comfort en
functionaliteit.
Elektrische en elektronische apparaten/ informatie voor particu-
liere huishoudens
Richtlijn 2012/19/EU over afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur bevat een groot aantal verplichtingen met betrekking tot de