B
Gebruik van het toestel
Waarschuwings-
lampje
Waterverzachter
•
De waterverzachter moet manueel ingesteld worden met de waterhardheidsknop.
•
De waterverzachter verwijdert mineralen en zout van het water aangezien ze de werking
van het toestel op een negatieve manier beïnvloeden.
•
Hoe meer mineralen, hoe harder het water is.
•
De waterverzachter moet ingesteld worden in functie van de hardheid van het water in
uw streek.
•
Uw plaatselijke watervoorziening kan u inlichten over de hardheid van het water in uw
streek.
Het zoutverbruik aanpassen
•
De hoeveelheid zout die de vaatwasser verbruikt kan aangepast worden in functie van
de hardheid van het gebruikte water. Hierdoor wordt de verbruikte hoeveelheid zout
geoptimaliseerd en correct ingesteld.
•
Volg de stappen hieronder om het zoutverbruik aan te passen.
1.
Sluit de deur. Zet het toestel aan.
2.
Druk binnen de 60 seconden nadat u de machine aangezet heeft gedurende meer dan 5
seconden op de programmaknop om de waterverzachter in te stellen.
3.
Druk opnieuw op de programmaknop om de juiste instelling te selecteren in functie van
de waterhardheid in uw streek. De instelling volgt deze sequentie:
H1 -> H2 -> H3 -> H4 -> H5 -> H6.
4.
Wanneer u niets doet gedurende 5 seconden of wanneer u op de aan/uit-knop duwt om
de instellingsmodus te verlaten, wordt de instelling opgeslagen in het programma.
WATERHARDHEID
°dH
Mmol/l
(1)
(2)
0 - 5
0 - 0,9
6 - 11
1,0 - 2,0
12 - 17
2,1 - 3,0
Spoelmiddel
Wanneer het "
het spoelmiddel van de vaatwasser bijna op is en
bijgevuld moet worden.
ZOUT
Wanneer het "
zout van de vaatwasser bijna op is en bijgevuld moet
worden.
Waterkraan
Wanneer het "
waterkraan dicht staat.
Instelling op de
waterverzachter
weergavescherm
1
2
3
86
NL
" lampje brandt, betekent dit dat
" lampje brandt, betekent dit dat het
" lampje brandt, betekent dit dat de
Regeneratie
Digitaal
vindt elke X
programmasequenties
plaats
H1
Geen regeneratie
H2
H3
(3)
10
5