5. Kies de juiste toepassing voor het werk (zie Toepassing
hieronder).
6. Kies de juiste snelheid voor het werk (zie Toepassing
hieronder).
7. Plaats de punt van het boortje tegen het werkstuk
voordat u het gereedschap start.
8. Oefen stevige druk uit op het gereedschap voordat u de
boormachine start en tijdens het boren. Teveel druk
vertraagt het boortje en leidt tot minder efficiënt boren.
Bij te weinig druk kan het boortje wegglijden of tegen
het werkstuk draaien, waardoor het boortje bot wordt
en u de controle verliest.
9. Begin altijd langzaam met boren of aandraaien, en
verhoog de snelheid tijdens het boren geleidelijk.
10. Zoek de juiste druk en de juiste snelheid om het boortje
het werk te laten doen en een kwalitatief goed boorgat
te krijgen.
11. Als het gereedschap vast begint te lopen, moet u de
druk verlagen om het boortje opnieuw op snelheid te
laten komen.
12. Trek het boortje tijdens het boren meerdere malen uit
het boorgat om uitgeboord materiaal te verwijderen
waardoor het boortje vast kan komen te zitten.
13. Gebruik waar mogelijk steunmateriaal om te
voorkomen dat het boortje vast komt te zitten of het
materiaal wordt vervormd nadat het gat is geboord.
14. Als het boortje in het werkstuk vast komt te zitten, moet
u de draairichting van het gereedschap omkeren om
het boortje vrij te maken en te verwijderen.
15. Test het boortje altijd in een afvalstuk om het beste
boortje en de beste instellingen voor elke toepassing te
bepalen.
Oplaadmeter
Het gereedschap heeft een oplaadmeter die de
laadtoestand van de accu aangeeft. Deze meter bevindt
zich aan de linkerkant van het gereedschap bovenop het
handvat. Een ronde, driekleurige LED verandert van kleur
afhankelijk van de laadtoestand. De meter wordt drie
seconden lang geactiveerd telkens als de bedieningsknop
wordt ingedrukt. Hieronder wordt de werking
beschreven:
• LED BRANDT GROEN - accu is tussen 40% en 100%
geladen
• LED BRANDT GEEL - accu is tussen 25% en 40%
geladen
• LED BRANDT ROOD - accu is tussen 0% en 25% geladen
• LED KNIPPERT ROOD - accu moet onmiddellijk worden
geladen
ZCDRS761CE Rev. B
Tuimelschakelaar
Afbeelding 2: Koppelinstelring
1. Stel het koppel in met behulp van de koppelinstelring.
Als de koppelregelaar goed is ingesteld, voorkomt u
dat de koppen van schroeven met een kleine diameter
eraf worden gedraaid. Het vastdraaikoppel is hoger als
de cijfers hoger zijn.
2. Om een van de cijfers te selecteren, verdraait u de
koppelinstelring totdat het gewenste cijfer op één lijn
ligt met de pijl boven op de behuizing.
3. De schroevendraaier beschikt over het volle koppel als
deze in de boorstand wordt gezet. Door overbelasting
en afslaan van de schroevendraaier in de boorstand
kan de motor doorbranden en kan de levensduur van
de accu aanzienlijk worden verminderd.
Toepassing (CDRS761)
Boren in metaal
Voor
boren
hogesnelheidsscharnierboortjes of gatenzagen worden
gebruikt die geschikt zijn voor het snijden van metaal.
Smeer de boortjes met snijolie als u in ijzer of staal boort.
Gebruik een centerpons voor het maken van een
begingat. Gebruik een lager toerental bij het boren in niet-
ijzerhoudende materialen zoals aluminium, messing of
koper. Trek het boortje er regelmatig uit om uit
uitgeboord materiaal te verwijderen waardoor het
boortje vast kan komen te zitten.
Boren in plastic
Bij het boren in plastic moet u een lager toerental kiezen
om smelten te voorkomen.
Boren in hout of
composietmateriaal
Voor het boren in hout of composietmateriaal moeten
vijzel-, speed- of spiraalboortjes worden gebruikt. Trek
het boortje er regelmatig uit om uit uitgeboord materiaal
te verwijderen waardoor het boortje vast kan komen te
zitten.
23
in
metaal
moeten
stalen
(04/19)