3. Het ventilatordeel (pos 3) met behulp van een geschikt draagframe, dat
aan de binnenkant van het ventilatordeel (pos. 7) is bevestigd, van de
pallet (pos 8) heffen en pp de plaats van installatie afstellen.
4. De Aanrijbeveiliging (pos. 4) verwijderen door de schroeven rondom los
te draaien. De aanrijbeveiliging kan nu langs buiten verwijderd worden.
5. In de bodemplaat van het ventilatordeel (pos. 3) bevinden zich acht
bevestigingsboringen om het product veilig aan de bodem van de hal
te verankeren. Gebruik geschikt bevestigingsmateriaal voor de
verankering.
6. De verwijderde delen van de aanrijbeveiliging (pos. 4) nu opnieuw aan
het ventilatordeel (pos. 3) vastschroeven.
1502828-04
Afb. 64:
- 172 -
NL