9.4. Draadspanningen controleren
9.4.1. Juiste naad
De boven- en onderdraadspanning is goed ingesteld als de draden in het
midden van de stof de naad vormen.
De stof blijft glad en er ontstaan geen plooien.
9.4.2. Onzuivere naden
De bovendraad zit te strak en trekt de onderdraad omhoog. De onderdraad
is te zien op de bovenste stoflaag.
Oplossing:
Stel de bovendraadspanning op een lagere waarde in door aan de regelaar
voor de bovendraadspanning te draaien.
Bovendraad zit te los. De onderdraad trekt de bovendraad omlaag. De bo-
vendraad is te zien aan de onderkant van de stoflaag.
Oplossing:
Stel de bovendraadspanning op een hogere waarde in door aan de rege-
laar voor de bovendraadspanning te draaien.
DE
FR
NL
ES
IT
EN
101