Triggerinstellingen
De Net-X II kan een trigger aan een externe schakelaar toewijzen om een opgeslagen scène te activeren.
Als de trigger is ingeschakeld, wordt de Trigger Info weergegeven op het displayscherm met de
scènenaam, het aantal stappen en de timing die voor die scène is ingesteld.
1.
Gebruik de knop en selecteer 12. Trigger Settings.
2.
Druk op de knop.
3.
Gebruik de knop en selecteer Trigger 1–4.
4.
Druk op de knop.
5.
Gebruik de knop en selecteer Scene 1–10.
6.
Druk op de knop.
Triggerinstellingen diagram
De Net-X II kan opgenomen scènes instellen op een trigger met behulp van de 5-draads Phoenix
Connector aan de achterkant van het apparaat. Er kunnen maximaal 4 triggers worden aangesloten voor
tijdelijke functionaliteit.
Een vergrendelingsschakelaar is nodig om voor onbepaalde tijd te kunnen werken.
1
2
3
4
Ingangen voor trigger 1–4
Backup
De Net-X II heeft een back-upinstelling waarmee het product configuraties kan opslaan en laden.
1.
Gebruik de knop en selecteer 13. Backup.
2.
Druk op de knop.
3.
Gebruik de knop en selecteer 1. Save.
4.
Druk op de knop.
5.
Gebruik de knop en selecteer 2. Load.
6.
Druk op de knop.
7.
Gebruik de knop en selecteer 3. Exit (Annuleren).
8.
Druk op de knop.
Dit maakt een back-up naar het interne geheugen en bevat GEEN opgenomen scènes.
Het gebruik van de webserver back-upmethode is nodig om een back-up te maken naar
een externe bron.
Firmwareversie
Deze functie toont de firmwareversie van het product.
1.
Gebruik de knop en selecteer 14. Firmware Version.
2.
Druk op de knop. De firmwareversie wordt getoond: B1.0 V2.3.
3.
Druk op de knop (Annuleren).
Annuleren
Deze functie sluit het menu van het hoofdscherm af.
1.
Gebruik de knop en selecteer 15. Exit.
2.
Druk op de knop. Het product gaat terug naar het startscherm.
96
Grondingang
TRIGGER 1
TRIGGER 2
Labels voor
trigger 1–4
TRIGGER 3
TRIGGER 4
Grondlabel
Net-X II Gebruikershandleiding, Rev. 6
Werking