OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
Gereedschap-/accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt auto-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stop-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelastingsbeveiliging
Als de accu wordt gebruikt op een manier die ertoe leidt
dat een abnormaal hoge stroomsterkte wordt getrok-
ken, stopt het gereedschap automatisch zonder enige
aanduiding. In dat geval schakelt u het gereedschap
uit en stopt u met het gebruik dat er toe leidde dat het
gereedschap overbelast raakte. Schakel vervolgens het
gereedschap in om weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu oververhit is, stopt
het gereedschap automatisch en knippert de lamp. In dat
geval laat u het gereedschap en de accu afkoelen, voor-
dat u het gereedschap opnieuw inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
De trekkerschakelaar gebruiken
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op de
vergrendel-ontgrendelknop. Het gereedschap wordt op
standby gezet. Om het gereedschap te starten, drukt
u in standby op de aan-uitknop. Om het gereedschap
te stoppen, drukt u nogmaals op de aan-uitknop.
Het gereedschap wordt op standby gezet. Om het
gereedschap uit te schakelen, drukt u in standby op de
vergrendel-ontgrendelknop.
► Fig.3: 1. Vergrendel-ontgrendelknop 2. Aan-uitknop
OPMERKING: Als het gereedschap gedurende 10
seconden op standby blijft staan zonder bediend te
worden, wordt het gereedschap automatisch uitge-
schakeld en gaat de lamp uit.
OPMERKING: U kunt het gereedschap ook stoppen
en uitschakelen, door tijdens gebruik op de vergren-
del-ontgrendelknop te drukken.
De lamp op de voorkant gebruiken
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
Om de lamp in te schakelen, drukt u op de vergren-
del-ontgrendelknop. Om de lamp uit te schakelen, drukt
u nogmaals op de vergrendel-ontgrendelknop.
KENNISGEVING:
oververhit is, knippert de lamp. Laat het gereed-
schap afkoelen voordat u het weer gebruikt.
OPMERKING: Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
Toerentalregelaar
Het toerental van het gereedschap kan worden veran-
derd door de toerentalregelaar te draaien. De onder-
staande tabel toont het cijfer op de toerentalregelaar en
het bijbehorende toerental.
► Fig.4: 1. Toerentalregelaar
Cijfer
1
2
3
4
5
KENNISGEVING:
rende een lange tijd ononderbroken op een laag
toerental wordt gebruikt, zal de motor overbelast
raken, waardoor een storing zal optreden.
KENNISGEVING:
wordt veranderd van stand "5" naar stand "1",
draait u de regelaar linksom. Draai de regelaar
niet met kracht rechtsom.
Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische functies
voor een eenvoudige bediening.
•
Constant-toerentalregeling
De toerentalregelfunctie zorgt voor een constant
toerental ongeacht de belastingsomstandigheden.
•
Zachte start
De functie zachte-start minimaliseert de start-
schok en laat het gereedschap geleidelijk starten.
De freesdiepte instellen
Om de freesdiepte in te stellen, opent u de vergren-
delhendel en beweegt u vervolgens de voet van het
gereedschap omhoog of omlaag door de stelschroef
te draaien. Na het instellen sluit u de vergrendelhendel
stevig.
► Fig.5: 1. Vergrendelhendel 2. Stelschroef
KENNISGEVING:
vergrendeld is na het sluiten ven de vergrendel-
hendel, draait u de zeskantmoer vast en sluit u
daarna de vergrendelhendel.
► Fig.6: 1. Zeskantmoer
53 NEDERLANDS
Wanneer het gereedschap
Toerental
-1
10.000 min
-1
15.000 min
-1
20.000 min
-1
25.000 min
-1
30.000 min
Als het gereedschap gedu-
Wanneer de toerentalregelaar
Als het gereedschap niet