11.
Houd het zaagblad scherp en schoon. Gom of
hars dat op het zaagblad is opgedroogd vertraagt
het zaagblad en verhoogt de kans op terugslag.
Houd het zaagblad schoon door dit eerst van het
gereedschap te demonteren en het vervolgens
schoon te maken met een reinigingsmiddel voor
gom en hars, heet water of kerosine. Gebruik
nooit benzine.
12. Draag een stofmasker en gehoorbescherming
tijdens gebruik van het gereedschap.
13. Gebruik altijd het zaagblad dat is bedoeld voor
zagen in het materiaal waarin u gaat zagen.
14. Gebruik altijd een zaagblad dat is gemarkeerd
met een toerental dat gelijk is aan of hoger is
dan het toerental dat is aangegeven op het
gereedschap.
15. (Alleen voor Europese landen)
Gebruik altijd een zaagblad dat voldoet aan
EN847-1.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
WAARSCHUWING:
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Laat u NIET misleiden
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap
is uitgeschakeld en de stekker ervan uit het stop-
contact is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap te controleren of af te stellen.
Snelstopknop voor groeven zagen
in platen van 3, 4 of 6 mm dik
Door de snelstopknop te draaien kunt u snel de
geschikte diepte selecteren voor het zagen van groeven
in platen van 3, 4 of 6 mm dik.
Het nummer, gezien vanaf de kant van de handgreep,
geeft de dikte van de plaat van het werkstuk aan.
Voor het fijnregelen van de diepte van de groef, gebruikt
u de diepte-instelknop.
► Fig.7: 1. Snelstopknop 2. Diepte-instelknop
Bij verzending van het gereedschap uit de fabriek is een
diepte van 0 mm is correct ingesteld, maar nadat u de
diepte van de groef met de instelknop hebt veranderd,
stelt u de diepte van 0 mm als volgt opnieuw in:
1.
Draai de snelstopknop naar 0 mm.
2.
Draai de diepte-instelknop om de diepte aan te
passen.
3.
Controleer dat het zaagblad geen enkel contact
maakt met het werkstuk.
4.
Houd het gereedschap stevig vast met één hand
op de voorhandgreep en de andere hand op de achter-
handgreep. Druk de uit-vergrendelknop in en schakel
het gereedschap in.
5.
Druk de zaagkop langzaam helemaal omlaag en
controleer of het groefzaagblad het werkstuk niet raakt,
maar wel bijna raakt. Zo niet, schakelt u het gereed-
schap uit tot het groefzaagblad helemaal stilstaat en
stelt u de diepte in door de diepte-instelknop te draaien.
De zaagdiepte instellen
Om de diepte van de groef aan te passen, draait u de
diepte-instelknop.
Voor een diepere zaagsnede, draait u de knop
rechtsom. Voor een ondiepere zaagsnede, draait u de
knop linksom.
► Fig.8: 1. Diepte-instelknop
Zichtlijn
Een driehoekmarkering op de zool geeft het midden
aan van het groefzaagblad.
Bij gebruik van het gereedschap met een groefzaag-
blad, lijnt u de buitenste driehoekmarkering uit met de
zaaglijn.
Bij gebruik van het gereedschap met een cirkelzaag-
blad (optioneel accessoire), lijnt u de binnenste drie-
hoekmarkering uit met de zaaglijn.
► Fig.9: 1. Zool 2. Buitenste driehoekmarkering
3. Binnenste driehoekmarkering 4. Zaaglijn
38 NEDERLANDS