Oververhittingsbeveiliging voor het
gereedschap of de accu
Wanneer het gereedschap oververhit is, stopt het
gereedschap automatisch en knipperen de lamp-
jes
en
en die van de resterende acculading
gedurende ongeveer 60 seconden.
In dit geval laat u het gereedschap eerst afkoelen alvo-
rens het weer in te schakelen.
Aan
Als het gereedschap niet start, kan de accu oververhit
zijn. In die situatie laat u de accu eerst afkoelen voordat
u het gereedschap opnieuw start.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Wanneer de acculading bijna opgebruikt is, gaat het
lampje van de resterende acculading knipperen.
Wanneer de acculading tijdens gebruik geheel opge-
bruikt is, gaat het lampje van de resterende acculading
branden en stopt het gereedschap automatisch.
In dit het geval verwijdert u de accu vanaf het gereed-
schap en laadt u de accu op.
► Fig.6: 1. Lampje van de resterende acculading
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu´s waarvan het modelnummer
eindigt op "B".
► Fig.7: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
Uit
Uit
Knippert
Resterende
acculading
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
In- en uitschakelen
WAARSCHUWING:
u de accu op het gereedschap aanbrengt, of de
trekschakelaar op de juiste manier schakelt en
weer terugkeert naar de uit-stand nadat deze is
losgelaten. Het gereedschap gebruiken zonder dat
de trekschakelaar goed werkt, kan leiden tot verlies
van controle en ernstig persoonlijk letsel.
Houd de aan-uitknop ingedrukt gedurende enkele
seconden om het gereedschap in te schakelen.
Om het gereedschap uit te schakelen, houdt u de
aan-uitknop nogmaals ingedrukt.
► Fig.8: 1. Aan-uitknop
Om te voorkomen dat de trekkerschakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, pakt u de achterhand-
greep vast (de uit-vergrendelknop wordt bediend door
het vastpakken) en knijpt u vervolgens de trekkerscha-
kelaar in. Om het gereedschap te stoppen, laat u de
trekkerschakelaar los.
► Fig.9: 1. Uit-vergrendelknop 2. Trekkerschakelaar
OPMERKING: Nadat het gereedschap één minuut
niet is bediend, wordt het gereedschap automatisch
uitgeschakeld.
Toerentalregeling
U kunt het toerental van het gereedschap instellen door
op de aan-uitknop te tikken.
Bij elke tik op de aan-uitknop, gaat het
lampje
of
toerental en
betekent een laag toerental.
► Fig.10: 1. Aan-uitknop
Omkeerknop voor verwijderen van
vuil
WAARSCHUWING:
schap uit en verwijder de accu voordat u verstrikt
geraakte onkruiden of vuil verwijdert dat niet door
de functie voor omgekeerd draaien kon worden
verwijderd. Als het gereedschap niet wordt uitge-
schakeld en de accu niet uit het gereedschap wordt
verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden
tot ernstig persoonlijk letsel.
Dit gereedschap heeft een omkeerknop om de draai-
richting te veranderen. Dit is alleen voor het verwijderen
van onkruiden en vuil dat verstrikt is geraakt in het
gereedschap.
Om de draairichting om te keren, tikt u op de omkeer-
knop en knijpt u de trekkerschakelaar in wanneer de
gereedschapskop stilstaat. Het voedingslampje begint
te knipperen en wanneer u de trekkerschakelaar
inknijpt, draait de gereedschapskop in de tegenoverge-
stelde richting.
51 NEDERLANDS
Controleer altijd, voordat
branden.
betekent een hoog
Schakel het gereed-