6 Aanduidingen in de zoeker van de camera
Voorbeelden voor de aanduidingen in de zoeker van de camera:
Flitssymbool
knippert:
Gebruik de flitser, c.q. schakel hem in (bij sommige camera's).
Flitssymbool
licht op:
De flitser is klaar om te flitsen (bij sommige camera's)
Er zijn ook camera's die in hun zoeker beschikken over een functie om een
foute belichting aan te geven: knippert in de zoeker de diafragmawaarde, de
belichtingstijd of knipperen beide, dan is de gemaakte opname te ruim- of te
krap belicht.
Basiscorrectie bij een foute belichting:
• Bij te ruime belichting: niet flitsen!
• Bij te krappe belichting: schakel de flitser in of gebruik een statief en een
langere belichtingstijd.
In de verschillende belichtings- en automatische programma's kunnen er ver-
schillende redenen zijn voor het optreden van een foute belichting.
Zoek voor de aanduidingen in de zoeker van uw camera in de gebruiks-
aanwijzing van de camera wat voor uw camera geldt.
62
7 Flitsfuncties ('Mode')
Afhankelijk van het type camera staan u ver-
schillende TTL-flitsfuncties ter beschikking, de
functie van met de hand in te stellen flitser (manual) en
de flitsregeling bij korte belichtingstijden HSS. Voordat
u de flitsfunctie instelt, moet er een uitwisseling van
gegevens tussen camera en flitser hebben plaats-
gevonden, bijv. door het even aantippen van de ont-
spanknop op de camera. Het instellen van de flitsfunctie
moet met de toets „Mode"
plaatsvinden.
7.1 TTL-functies
In de TTL-flitsfuncties komt u op eenvoudige wijze tot zeer goede flitsopnamen.
In deze flitsfuncties wordt de belichtingsmeting door een sensor in de camera
uitgevoerd. Deze meet het door het onderwerp gereflecteerde licht door het
objectief heen (TTL ='Trough The Lens'). De camera berekent daarbij automa-
tisch het vereiste flitsvermogen voor een correcte belichting van de opname.
Het voordeel van de TTL-flitsfunctie ligt hierin, dat alle factoren die de belichting
kunnen beïnvloeden (opnamefilters, veranderingen van diafragma- en brand-
puntsafstand bij zoomobjectieven, verlenging van de uittrek bij dichtbijopnamen
enz.) automatisch bij het regelen van het flitslicht in acht worden genomen.
Na een correct belichte opname verschijnt gedurende
ong. 5 sec. de aanduiding van de belichtingscontrole
'o.k.' (zie 4.2).
Let er op, of er voor uw camera beperkingen
gelden ten aanzien van de ISO-waarden voor
de TTL-flitsfunctie (bijv. ISO 64 tot ISO 1000; zie de gebruiksaanwijzing
van de camera)! Voor het testen van de TTL-functie moet er zich bij ana-
loge camera's een film in de camera bevinden!
E
TTL
E
TTL
F 5,6
7,5
105
m
mm
Zoom