2) Tip de toets AUTO aan, zodat deze oplicht.
NL
3) Bepaal het beginpunt met de toets A (19). Zo
B
wordt tegelijk de naadloze loop gestart.
5.12 Eigen reeks tracks samenstellen
Als van een USB-opslagmedium alleen geselec-
teerde tracks in een bepaalde volgorde moeten
worden afgespeeld, dan kunt u een reeks van max.
99 tracks programmeren.
5.12.1 Een reeks tracks opslaan
1) Selecteer of speel de eerste track die moet wor-
den opgeslagen.
2) Houd de knop TRACK / ENTER (7) ingedrukt tot
het displaybericht (M)
is zodoende als eerste voor de reeks tracks
opgeslagen.
3) Sla alle andere tracks op dezelfde manier op.
Als er 99 tracks zijn opgeslagen en u probeert
nog een track op te slaan, verschijnt de melding
.
Opmerking: Een opgeslagen reeks tracks wordt gewist bij
het uitschakelen van het apparaat.
5.12.2 Een reeks tracks afspelen en beëindigen
1) Druk op de toets PROG (10). Op het display
verschijnt
Als het displaybericht
schijnt, is er nog geen track opgeslagen. Scha-
kel met de toets BACK (8) terug naar de tijd-
weergave en sla een reeks tracks op.
2) Druk op de knop TRACK / ENTER (7). Het dis-
playbericht "PROG" (O) verschijnt.
3) Als de afspeeleenheid op pauze staat, start u
het afspelen met de toets
4) Om naar een andere track uit de reeks vooruit
of terug te springen, draait u de knop TRACK /
ENTER zo ver als nodig.
5) Om het afspelen van de reeks tracks te beëindi-
gen, houdt u de toets BACK zo lang als nodig
ingedrukt.
5.12.3 Een reeks tracks wissen
1) Houd de toets PROG ingedrukt tot het display-
bericht
schijnt.
2) Draai de knop TRACK / ENTER (7) een klik ver-
der, zodat in de tekstregel (N) "YES" is geselec-
teerd (
3) Druk op de knop TRACK / ENTER om te wissen,
of druk op de knop BACK (8) om het wissen
te onderbreken. Door het uitschakelen van de
DMP-240 wordt de reeks tracks ook gewist.
52
verschijnt. De track
.
(= leeg) ver-
(18).
(delete all = alles wissen) ver-
).
6 Faderstart
De functie Start / Pause van de toets
vanaf een mengpaneel met de faderstartfunctie op
afstand bedienen. De aansluiting op het mengpa-
neel wordt beschreven in hoofdstuk 4, bedienings-
stap 3. De DMP-240 moet op de faderstart van het
mengpaneel worden ingesteld:
1) Druk op de toets MODE (9). De displayberich-
ten
en
2) Draai met de knop TRACK / ENTER tot display-
berichten
geven.
3) Druk op de knop TRACK / ENTER. Op het dis-
play verschijnt
- - - - - Besturing met een in- /uitschake-
laar
Voor de meeste mengpanelen
uit het gamma van "img Stage
Line" moet deze instelling wor-
den geselecteerd. Met het open-
schuiven van de regelaar wordt
op het mengpaneel een schake-
laar gesloten die het afspelen
start. Bij het dichtschuiven van
de regelaar, gaat de schakelaar
open en schakelt de DMP-240 in
pauze.
Besturing met een drukknop
- - - - - -
Als de drukknop door het open-
schuiven van de regelaar de eer-
ste keer wordt bediend, start het
afspelen. Als de drukknop voor
de tweede keer door het dicht-
schuiven van de regelaar wordt
bediend, schakelt de DMP-240
in pauze.
Terugkeer naar een Cue-punt
door een elektronische impuls -
regeling
Het apparaat springt bij het
dichtschuiven van de schuifre-
gelaar terug naar het begin van
de track of naar een Cue-punt
dat met de toets CUE (17) is
ingesteld, en schakelt dan in
pauze.
4) Draai met de knop TRACK / ENTER om de
nodige instelling te selecteren.
5) Om terug te schakelen naar de tijdsweergave,
drukt u tweemaal op de toets BACK (8).
(18) kunt u
verschijnen.
en
worden aange-
en de huidige instelling: