NL
5 Bediening
Om inschakelploppen te vermijden, is het aanbevo-
B
len de uitgangsregelaar MASTER (14) in de mini-
mumstand te plaatsen. Schakel vervolgens met de
POWER-schakelaar (7) het mengpaneel in. De rode
LED (8) licht op. Schakel vervolgens de aangesloten
apparatuur in.
Opgelet!
Stel het volume van de geluidsinstallatie en dat van
de hoofdtelefoon nooit zeer hoog in. Langdurige
blootstelling aan hoge volumes kan het gehoor
beschadigen! Het gehoor raakt aangepast aan
hoge volumes die na een tijdje niet meer zo hoog
lijken. Verhoog daarom het volume niet nog meer,
nadat u er gewoon aan bent geraakt.
Schakel het mengpaneel na gebruik weer uit met de
POWER-schakelaar.
5.1 Basisinstelling
van de stereo-ingangskanalen
1) Om de kanalen optimaal uit te sturen, moet u de
regelaars GAIN (4, 5), de klankregelaars (10) en
de balansregelaar (6) eerst in de middelste stand
plaatsen.
2) Selecteer met de ingangskeuzeschakelaars de
jacks van de gewenste signaalbronnen:
Regelknop (4) van de kanalen CH 1 en CH 2
ingedrukt = jacks PHONO (24)
uitgetrokken = jacks LINE (23)
Regelknop (5) van de kanalen CH 3 en CH 6
ingedrukt = jacks LINE B (22)
uitgetrokken = jacks LINE A (22)
2) Druk op de toets PFL (12) van het uit te sturen
kanaal. Het signaalniveau wordt op de VU-meter
(15) weergegeven.
3) Als u de regelaar GAIN (4, 5) op een VU-waarde
van 0 dB instelt, resulteert dit bij een kanaalrege-
laarinstelling van 0 dB en volledig opengescho-
ven regelaar MASTER (14) in een niveau van
0 dB = 1 V op de masteruitgang (20).
E
Conecte el auricular (impedancia 8 – 32 Ω)
con la toma jack 6,35 PHONES (16).
5) Conecte por fin el cable de conexión (18) con
una toma 230 V~/50 Hz.
5 Utilización
Antes de conectar la mesa de mezcla, ponga el
potenciómetro MASTER (14) en el mínimo para evi-
tar todo ruido fuerte bajo tensión. Conecte después
la mesa de mezcla con el interruptor POWER (7). El
testigo de funcionamiento rojo (8) brilla. Conecte
después los aparatos.
¡Atención!
No regule nunca el volumen de la instalación audio
y del auricular demasiado fuerte. Un volumen de -
masiado elevado puede a la largo del tiempo pro-
vocar problemas de audición. La oreja humana se
acostumbra a fuertes volúmenes y acaba por no
percibirlos como tal al cabo de un tiempo. Le acon-
sejamos entonces de regular el volumen y de no
modificarlo más.
Después del funcionamiento, apague la mesa de
mezcla con el interruptor POWER.
5.1 Reglaje de base
de los canales de entrada estéreo
1) Para un reglaje óptimo de los canales, antes de
todo ponga los potenciómetros de ganancia (4,
5), del ecualizador (10) y el potenciómetro ba -
lance (6) en la posición mediana.
2) Seleccione las tomas de las fuentes con los se -
lectores de entrada:
Botón (4) de los canales CH 1 y CH 2
pulsado = tomas PHONO (24)
tirado = tomas LINE (23)
Botón (5) de los canales CH 3 a CH 6
pulsado = tomas LINE B (22)
tirado = tomas LINE A (22)
14
Als de PEAK-LED (2) bij luide signaalpieken
even oplicht, beschikt u nog over een uitsturings-
reserve van 6 dB (dubbel signaalniveau). Als de
PEAK-LED langer oplicht, moet u het kanaal -
niveau met de regelaar GAIN verlagen.
4) Laat de toets PFL opnieuw los en stuur alle
andere stereo-ingangskanalen aangepast uit.
5.2 Basisinstelling
van de microfoon-ingangs kanalen
1) Om de microfoonkanalen optimaal uit te sturen,
plaatst u de regelaar GAIN (3) en de klankrege-
laars (10) eerst in de middelste stand.
2) Stuur met de regelaars GAIN (3) de kanalen
MIC 1 en MIC 2 uit. Net zoals bij de stereokana-
len kunt u de functie PFL [toets PFL (11)] gebrui-
ken voor een optimale instelling.
3) Behalve het traploos instellen van de regelaar
GAIN kunt u de versterking tussen twee bereiken
omschakelen. Hiervoor wordt de regelaar (3)
ingedrukt (grote versterking) resp. uitgetrokken
(kleine versterking). Zo is een fijnregeling van de
versterking mogelijk.
Regelbereiken:
LOW: 30 – 50 dB (30 – 300-voudige versterking)
HIGH: 50 – 70 dB (300 – 3000-voudige versterk-
ing)
5.3 Het signaal van de ingangskanalen met
het mastersignaal mengen
De kanaalregelaars (12) dienen om de signaalbron-
nen af te mixen. De standaardinstelling van de
kanaalregelaars moet ongeveer 0 dB zijn, dan kunt
eventueel nog een signaalversterking of -verzwak-
king fijn afregelen. Plaats de kanaalregelaar van
een ongebruikt kanaal in de minimumstand.
Stel de stereobalans voor het mastersignaal met
de regelaar BAL (6) in.
3) Pulse la tecla PFL (11) del canal a controlar. El
nivel de señal se visualiza en el VU metro (15).
4) Regule el potenciómetro de reglaje de ganancia
(4, 5) sobre un valor de 0 dB en el VU metro: así
para un reglaje de fader de 0 dB y para un poten-
ciómetro MASTER (14) totalmente pulsado, un
nivel de 0 dB = 1 V está presente en la salida
MASTER (20).
Si para picos de señal fuertes el LED PEAK
(2) brilla brevemente, una reserva de potencia de
6 dB (nivel señal doble) existe. Si el PED PEAK
brilla más tiempo, disminuya el nivel del canal
con el reglaje gain.
5) Suelte la tecla PFL y efectué los reglajes para los
otro canales de entrado estéreo.
5.2 Reglaje de base
de los canales de entrada micro
1) Para un reglaje óptimo de los canales micro,
antes de todo ponga los potenciómetros de re -
glaje de gain (3) y del ecualizador (10) en la posi-
ción mediana.
2) Con los reglajes Gain (3), regule los canales
MIC 1 y MIC 2. Como para los canales estéreo, la
función PFL [tecla PFL (11)] puede utilizarse para
un reglaje óptimo.
3) A más del reglaje de gain en continuo, la amplifi-
cación puede conmutar de dos maneras; el botón
de reglaje (3) está entonces pulsado (amplifica-
ción elevada) o tirado (amplificación baja); así un
reglaje sensible de la amplificación es posible.
Reglajes:
LOW: 30 – 50 dB (amplificación 30 – 300 veces)
HIGH: 50 – 70 dB (amplificación 300 – 3000 veces)
5.3 Mezcla de los canales de entrada
en el Master
Para mezclar las fuentes, utilice los faders de los
canales (12). El reglaje estándar de los faders de los
canales debería de ser de 0 dB, si es necesario puede
efectuar un aumento o una disminución de la señal
5.4 Monomodus
U kunt de masteruitgang (20) met de keuzeschake-
laar (19) naar monomodus schakelen. Het monosig-
naal kan van beide cinch-uitgangsjacks worden
afgenomen. Zo kunt u b. v. voor PA-toepassingen
met twee mono-eindversterkers werken. Daarbij be -
schikt u via de jacks REC (21) ook over het record-
signaal in stereo.
5.5 Instelling van de klank
Alle ingangskanalen en het masterkanaal beschik-
ken over een 3-bandse equalizer. Met de regelaars
HIGH, MID en LOW (10) kunt u de hoge en lage
tonen en de middentonen met 10 dB versterken of
dempen. Op deze manier kunt u de klank van elk
kanaal individueel instellen.
De Master-equalizer dient in eerste instantie voor
aanpassing aan de zaalakoestiek.
5.6 PFL en monitoring
Om individuele ingangskanalen of het masterkanaal
voor te beluisteren, drukt u op de betreffende toets
PFL (11). U kunt het signaal dan op de hoofdtele foon -
uitgang (16) beluisteren, ook wanneer de bijbeho-
rende kanaalregelaar (12) in de minimumstand staat.
De stereo-VU-meter (15) duidt dan automatisch
het niveau van het geselecteerde kanaal vóór de
kanaalregelaars aan. Dit maakt een optimale uitstu-
ring mogelijk. Indien er geen toets PFL is ingedrukt,
kunt u het masteruitgangssignaal via de hoofdtele-
foon en VU-meter beluisteren.
De hoofdtelefoonuitgang kan ook als master-
onafhankelijke monitoring voor het podium worden
gebruikt, als u hier de ingang van de versterker voor
de geluidsregeling op het podium aansluit.
5.7 Aankondigingen via de microfoon -
kanalen MIC 1 en MIC 2
De microfoonkanalen MIC 1 en MIC 2 beschikken
over een automatische Talkover-schakeling in VCA-
techniek. Bij aankondigingen via de microfoon wordt
het geluidsvolume van de muziektracks met 14 dB
con precisión. Si no utiliza un canal, es recomendado
poner el fader correspondiente en el mínimo.
Regule el balance estéreo para el Master con el
potenciómetro BAL (6).
5.4 Modo mono
La salida Master (20) puede conmutar en el modo
mono con el selector (19). La señal mono puede
entonces tomarse en las dos tomas de salidas RCA.
Así el funcionamiento con dos amplificadores mono
para sonorización PA es posible, por ejemplo. La
señal de grabación está disponible en estéreo en
las tomas REC (21).
5.5 Reglaje de tonalidad
Todos los canales de entrada y el Master disponen
de un ecualizador 3 vías. Con los potenciómetros
HIGH, MID, LOW (10), puede aumentar los agudos,
medios, graves de 10 dB o disminuirlos. La imagen
sonora de cada canal de entrada puede regularse
individualmente.
El reglaje de tonalidad Master sirve en primer
lugar para adaptar los niveles con la acústica de la
sala.
5.6 PFL y monitoring
Para efectuar una pre escucha de cada canal de
entrada o del Master, pulse la tecla PFL (11) corres -
pondiente. La señal puede escucharse en la salida
auricular (16) mismo si le fader correspondiente (12)
está en el mínimo.
En el VU metro estéreo (15) aparece automática-
mente el nivel del canal seleccionado antes del
fader del canal. Así un reglaje óptimo es posible. Si
nin guna tecla PFL está pulsada, la señal de salida
Master está presente en el auricular y en el VU
metro.
La salida auricular también puede utilizarse para
un monitoring en escenario independiente del Mas-
ter si la entrada del amplificador está conectada
aquí para la sonorización de escenario.