5.5 Kinderbeveiliging van de
oven
Deze functie voorkomt dat het
kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel
de kookplaat in met
kookstand in. Raak gedurende 4
seconden
kookzones..
kookplaat uit met
Om de functie uit te schakelen: schakel
de kookplaat in met
kookstand in. Raak gedurende 4
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems
schoon en droog zijn
voordat ze op de kookplaat
worden gezet.
Verwarmings-
stand
1
1 - 2
1 - 2
2 - 3
. Stel geen
aan van de twee voorste
gaat branden. Schakel de
.
. Stel geen
Gebruik om:
Bereide gerechten warmhou-
den.
Hollandaisesaus, smelten: bo-
ter, chocolade, gelatine.
Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
seconden
aan van de twee voorste
kookzones.
gaat branden. Schakel de
kookplaat uit met
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken schakel de kookplaat in
met
.
gaat aan. Raak gedurende 4
seconden
aan van de twee voorste
kookzones. Stel de kookstand in binnen
10 seconden. U kunt het kooktoestel
bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met
, treedt de functie weer in
werking.
Kookgerei gemaakt van
geëmailleerd staal of met
aluminium of koperen
bodems, kunnen tot
verkleuringen leiden van de
glazen keramische
kookplaat.
6.2 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Tijd
Tips
(min)
zoals
Een deksel op het kookgerei
nodig
doen.
5 - 25
Van tijd tot tijd mengen.
10 - 40
Met deksel bereiden.
25 - 50
Voeg minimaal twee keer zo
veel vocht toe als rijst en roer
gerechten op melkbasis hal-
verwege de procedure door.
NEDERLANDS
11
.