Mitsubishi Electric PCA-M-HA Serie Para El Instalador página 48

6. Elektrische aansluitingen
* Breng het label A bij het aansluitschema van de binnen- en buitenapparaten aan. Dit label is bij de handleidingen meegeleverd.
Model binnenunit
Binnenapparaat-Buitenapparaat
Aarde voor verbindingskabel tussen binnenunit/buitenunit
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
Binnenapparaat-Buitenapparaat S1-S2
Binnenapparaat-Buitenapparaat S2-S3
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
*1. <Voor toepassing van 25-140-buitenapparaten>
Max. 45 m
Bij toepassing van 2,5 mm , max. 50 m
2
Bij toepassing van 2,5 mm 2 en gescheiden S3, max. 80 m
<Voor toepassing van de 200/250-buitenapparaten>
Max. 18 m
Bij toepassing van 2,5 mm , max. 30 m
2
Bij toepassing van 4 mm 2 en gescheiden S3, max. 50 m
Bij toepassing van 6 mm en gescheiden S3, max. 80 m
2
*2. Max. 500 m
(Als 2 afstandsbedieningen worden gebruikt, bedraagt de maximale lengte voor de afstandsbedieningskabels 200 m.)
*3. De cijfers zijn NIET altijd van toepassing bij aarding.
S3-terminal heeft een verschil van 24 V DC ten opzichte van S2-terminal. Tussen S3 en S1 zijn deze terminals niet elektrisch geïsoleerd door de transformator of een ander apparaat.
pmerkingen: 1. De afmeting van de bedrading moet voldoen aan de van toepassing zijnde locale en nationale norm.
2. D e voedingskabels en de verbindingskabels van de binnen- en buitenapparaten mogen niet lichter zijn dan met polychloropreen bekleede flexi-
kabels. (Ontwerp 60245 IEC 57)
3. Breng een aarding aan die langer is dan de andere kabels.
nl
4. De verbindingsdraden voor binnen- en buitenapparaat hebben polariteiten. Zorg ervoor dat het aansluitingsnummer (S1, S2, S3) overeenkomt
met de bedrading.
5. De afstandsbedieningskabel moet op een zekere afstand (5 cm of meer) worden gehouden van de voedingskabel zodat de afstandsbedienings-
kabel niet wordt beïnvloed door de elektrische ruis van de voedingskabel.
6. De installatie moet voldoen aan de regelgeving voor elektrische bedrading.
6.1.2. Gescheiden voedingen voor binnenapparaat/buitenapparaat (Alleen voor de toepassing PUZ/PUHZ)
De volgende aansluitpatronen zijn mogelijk.
De aansluitpatronen van de buitenapparaten variëren per model.
* U heeft de optionele vervangingskit voor kabelaansluitingen nodig.
* Breng het label B bij het aansluitschema van de binnen- en buitenapparaten aan. Dit label is bij de handleidingen meegeleverd.
* U heeft de optionele vervangingskits voor kabelaansluitingen nodig.
* Breng het label B bij het aansluitschema van de binnen- en buitenapparaten aan. Dit label is bij de handleidingen meegeleverd.
7
Twee-/drie-/viervoudig gelijktijdig werkend systeem
D
L
B C
N
A
S1
S2
S3
E
F
*1
*1
*2
*3
*3
*3
1:1-systeem
D
L
B C B
N
A J
S1
S2
S3
E
Twee-/drie-/viervoudig gelijktijdig werkend systeem
D
L
B
B C
N
A J
S1
S2
S3
E
G G G G
S1 S1 S1 S1
S2 S2 S2 S2
S3 S3 S3 S3
1 1 1 1
2 2 2 2
PCA
3 × 1,5 (Polar)
1 × Min.1,5
2 × 0,3 (Geen polariteit)
230 V AC
24 V DC
12 V DC
G
L
C
N
H
S1
S2
S3
1
F
2
G G G G
L L L L
C
N N N N
S1 S1 S1 S1
H
S2 S2 S2 S2
S3 S3 S3 S3
1 1 1 1
F
2 2 2 2
A Voeding buitenapparaat
B Aardlekschakelaar
C Stroomonderbreker of scheider
D Buitenapparaat
E Verbindingskabels tussen de binnen/
buitenapparaten
F Afstandsbediening
G Binnenapparaat
A Voeding buitenapparaat
B Aardlekschakelaar
C Stroomonderbreker of scheider
D Buitenapparaat
E Verbindingskabels tussen de binnen/
buitenapparaten
F Afstandsbediening
G Binnenapparaat
H Optie
J Voeding binnenapparaat
A Voeding buitenapparaat
B Aardlekschakelaar
C Stroomonderbreker of scheider
D Buitenapparaat
E Verbindingskabels tussen de binnen/
buitenapparaten
F Afstandsbediening
G Binnenapparaat
H Optie
J Voeding binnenapparaat