NEDERLANDS
5.0
Montage
NB: de basis moet waterpas zijn. Max. 1 mm/m tolerantie. Dit is
zeer belangrijk om ervoor te zorgen dat de rest van de installatie
correct is.
Alle stenen moeten waterpas zijn. Dit moet voor elke nieuwe
laag stenen worden gecontroleerd.
siliconen gebruiken om de hoogte van de stenen af te stellen.
Belangrijk!
Houd in gedachten dat de stenen beschadigd kunnen raken
als er ruw met ze wordt omgegaan. Sla niet te hard op de
montagebeugels. De installatie dient door een erkende monteur
te worden uitgevoerd.
Fig. 5
Noodzakelijk gereedschap tijdens de montage:
Waterpas, inbussleutel, duimstok, moersleutel, rubberen hamer
en hamer.
Fig. 6
1.
Leg het inzetstuk voorzichtig op zijn achterkant. U kunt de
kartonnen verpakking op de vloer leggen om deze tegen
krassen e.d. te beschermen.
Monteer de drie poten van de cassette (fig. 6 A).
2.
Draai de pootschroeven (fig. 6 B) in de poten. Stel af op de
3.
gewenste hoogte (zie fig. 1).
4.
Zet het inzetstuk voorzichtig rechtop.
106
Indien nodig stukjes staal of
A
B
Fig. 7
Plaats de rookuitlaat (fig. 7 A) (zie doos) bovenop het
1.
inzetstuk, zodat de erop gemonteerde bout (fig. 7 D) naar
voren wijst.
Plaats een klemijzer (fig. 7 B) aan iedere kant en zet vast met
2.
een M8 x 30 mm bout (fig. 7 C) en moer.
Fig. 8
D
1.
Monteer de voet. De voet bestaat uit een bodemplaat (fig. 8
A), 4 poten (fig. 8 B) en een bovenplaat (fig. 8 C).
2.
Het is belangrijk dat de poten worden gemonteerd zoals in
figuur 8 D aangegeven.
3.
Plaats de voet op de definitieve plek en zorg ervoor dat er
een ruimte van min. 50 mm is tussen de voet en de muur.
De vloer en de voet moeten volledig waterpas zijn (fig. 8 E).
4.
Dit is zeer belangrijk om ervoor te zorgen dat de rest van
de installatie correct is.
D
A
C
B
C
B
50 mm
A
E