6
Voordat u begint
NI
Werkingsbereik van de
afstandsbediening
De afstandsbediening werkt mogelijk niet
correct in de volgende situaties:
• Er zijn obstakels tussen de afstandsbediening en
de afstandsbedieningssensor op het toestel.
• Er valt direct zonlicht of fluorescent licht op de
afstandsbedieningssensor.
• Het toestel bevindt zich vlakbij een apparaat dat
infrarood licht uitzendt.
Afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
1 STANDBY/ON
De stroom van het toestel in- en
uitschakelen (stand-bystand).
2 Toetsen voor ingangsselectie
De ingang van het toestel omschakelen.
3 Toetsen voor geluidsinstellingen
SURROUND
De surroundfunctie in- en uitschakelen.
NIGHT
De nachtfunctie in- en uitschakelen.
AUTO LEVEL CONTROL
Automatische niveaucontrole in- en
uitschakelen.
• Het toestel wordt met een andere
infraroodafstandsbediening bediend.
• Wanneer de IR-herhaalfunctie (pagina 16) of de
leerfunctie (pagina 17) wordt gebruikt om de
afstandsbediening van de tv te bedienen, verschilt
het werkingsbereik naargelang de prestaties van de
afstandsbediening van de tv. (Het werkingsbereik
kan beperkt zijn.)
DIALOG
De dialoogfunctie in- en uitschakelen.
4 MUTE
Het geluid tijdelijk dempen. Druk de toets
opnieuw in om het oorspronkelijke volume
te herstellen.
5 DIMMER
De helderheid van de indicators op het
7
voorpaneel wijzigen in drie stappen.
6 LIP SYNC (AUDIO SYNC)
De lipsynchronisatiefunctie aanpassen.
7 VOLUME
8
Het algemene volume aanpassen inclusief
het volume van de subwoofer.
9
8 SUBWOOFER VOL
Het volume van de subwoofer (basgeluiden)
aanpassen.
9 STATUS
De status van diverse instellingen
controleren.
Afstandsbedienings-
sensor
30°
30°
7 m
Afstandsbediening