Nederlands
Veiligheidsinstructies
worden gecontroleerd of het slijpmiddel nog op de juiste
wijze is bevestigd en niet beschadigd is.
Slijpschijven en doorslijpschijven mogen niet worden
gebruikt voor het opslijpen met de zijkant (uitgezonderd
slijpschijven die hiervoor zijn bedoeld). Slijpmachines voor
slijpmiddelen mogen niet worden gebruikt voor toerental-
len die hoger zijn dan het maximale toerental dat voor
een slijpmiddel is toegestaan.
Door vonken die bij het slijpen ontstaan, kan kleding gaan
branden. Dit kan ernstige brandwonden tot gevolg heb-
ben. De vonken mogen niet op de kleding terechtkomen.
Draag brandvertragende kleding en zorg dat er altijd een
emmer water in de buurt klaar staat.
Opmerking: Bij slijpmachines voor slijpstiften die via een
turbine worden aangedreven, kan de uitlooptijd enkele
seconden bedragen.
Gevaarlijke situaties door herhaalde bewegingen
Bij het gebruik van een machine voor het uitvoeren van
werkgerelateerde werkzaamheden kan bij de bediener
mogelijk een onaangenaam gevoel optreden in de handen
en armen, de hals en schouders of andere lichaamsdelen.
Bij het gebruik van een machine moet de bediener een
comfortabele lichaamshouding aannemen, stabiel staan
en ongemakkelijke lichaamshoudingen of lichaams-
houdingen waarbij het moeilijk is om het evenwicht te
bewaren, vermijden. De bediener moet bij langdurige
werkzaamheden na verloop van tijd een andere lichaams-
houding aannemen om vermoeidheid of een onaange-
naam gevoel te voorkomen.
Indien de bediener bepaalde symptomen heeft, zich
bijvoorbeeld langdurig of herhaaldelijk niet goed voelt,
klachten heeft, hartkloppingen, pijn, jeuk, doofheid, een
branderig gevoel of stijfheid, moeten deze niet worden
genegeerd. De bediener moet dit aan de werkgever mel-
den en een hiervoor opgeleide bedrijfsarts raadplegen.
Gevaarlijke situaties door accessoires
Sluit voor het vastklemmen of verwisselen van gereed-
schap of accessoires de energietoevoer af.
Gebruik uitsluitend accessoires en verbruiksmateriaal in
afmetingen en van types die door de fabrikant van de
machine worden aanbevolen.
Voorkom tijdens en na het gebruik direct contact met het
machinegereedschap, omdat het warm kan zijn geworden
of scherpe randen kan hebben.
Inspecteer het slijpmiddel voor gebruik. Gebruik geen
slijpmiddelen die mogelijk zijn gevallen, waarvan splinters
zijn afgebroken of waarbij scheuren of andere gebreken
worden geconstateerd.
Er moet worden gecontroleerd of het maximale bedrijfs-
toerental van het machinegereedschap hoger is dan het
opgegeven toerental van de machine.
Zelfklevende schuurschijven moeten concentrisch worden
aangebracht op de schuurzool.
58
Er moet worden gecontroleerd of het slijpmiddel
voor het gebruik goed bevestigd is en vast genoeg is
aangetrokken; de machine moet minimaal 1 minuut in
een geborgde positie met onbelast toerental kunnen
worden gebruikt; de machine moet onmiddellijk worden
uitgeschakeld als er aanzienlijke trillingen of schade
wordt waargenomen; de oorzaak van deze fout(en) moet
worden vastgesteld.
Het slijpmiddel moet overeenkomstig de aanwijzingen van
de fabrikant worden bewaard en gehanteerd.
Voor schuurmachines voor schuurvellen en polijstmachines
Doorslijpschijven en afkortmachines mogen niet worden
gebruikt.
Voor slijpmachines voor slijpstiften
Monteer nooit een slijpschijf of frees aan een slijpmachine
voor slijpstiften. Als een slijpschijf uit elkaar barst, kan dat
zwaar letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Er mag uitsluitend toegestaan machinegereedschap met
de juiste schachtdiameter worden gebruikt.
Let op dat het toegestane toerental bij kleine slijpele-
menten op basis van de verlenging van de schacht tussen
het uiteinde van de spantang en het kleine slijpelement
moet worden verkleind (overstek). De schacht moet
minimaal 10 mm in de spantang steken. (zie afbeelding
1 en de aanbevelingen van de fabrikant voor kleine
slijpelementen).
Wees u ervan bewust dat het gevaar aanwezig is dat er
een onjuiste afstemming tussen de schachtdiameter van
het kleine slijpelement en de spantang kan optreden;
Afbeelding 1: Spanlengte van de spankop en spantang
Legenda
1 Spantanghouder
2 Spantangmoer
3 Spantang
D Diameter van het kleine slijpelement
D
Diameter van de schacht
S
L
Spanlengte
g
L
Overstek (conform aanbeveling van de fabrikant)
O
T
Lengte van het kleine slijpelement
Voor slijpmachines voor slijpelementen
Controleer of de maten van het slijpmiddel compatibel
zijn met die van de slijpmachine voor slijpmiddelen en dat
het slijpmiddel op de spindel past.
Controleer of het draadtype en de draadmaat van het
slijpmiddel exact overeenkomen met het draadtype en de
draadmaat van de spindel.
Door de maten en andere belangrijke gegevens te con-
troleren, kan worden voorkomen dat het uiteinde van de
spindel de bodem van de opening raakt op komschijven,
slijpkegels of slijpstiften met schroefdraadinzetten die zijn
bedoeld voor het aanbrengen op machinespindels.
Bij slijpmiddelen die worden geleverd met reduceer-
stukken of -bussen of die moeten worden gebruikt in
combinatie met reduceerstukken of -bussen, moet de
gebruiker controleren of het reduceerstuk of de reduceer-
bus de kopse kant van de spanflens raakt en of er door de
spankracht voldoende rotatieaandrijving aanwezig is om
te voorkomen dat het slijpmiddel doorslipt.
Wanneer er spanflenzen voor verschillende types en
maten slijpmiddelen worden bijgeleverd, bevestigt u altijd
de juiste spanflens voor het gebruikte slijpmiddel.
Gevaarlijke situaties op de werkplek
Het volgende moet worden toegepast:
De voornaamste oorzaken van letsel op de werkplek
zijn uitglijden, struikelen en vallen. Let op oppervlakken
die door het gebruik van de machine glad kunnen zijn
geworden en op verhoogde risico's op struikelen door
pneumatische of hydraulische slangen.
Ga in onbekende omgevingen altijd behoedzaam te werk.
Er kunnen verborgen gevaren aanwezig zijn in de vorm
van stroomleidignen of andere toevoerleidingen.
Deze machines zijn niet bedoeld voor gebruik in explosie-
gevaarlijke omgevingen en niet geïsoleerd tegen contact
met elektrische stroombronnen.
Controleer of er elektrische leidingen, gasleidingen en
dergelijke aanwezig zijn, die bij beschadiging door het
gebruik van de machine een gevaar kunnen opleveren.
Gevaarlijke situaties door stof en dampen
De bij het gebruik van machines ontstane stoffen en
dampen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid en
bijv. kanker, geboorteafwijkingen, astma en/of dermatitis
veroorzaken; het is daarom absoluut noodzakelijk om een
risicoanalyse met betrekking tot deze gevaren uit te voe-
ren en om dienovereenkomstige regelingsmechanismen te
implementeren.
De machine moet conform de in deze handleiding ver-
melde aanbevelingen worden gebruikt en onderhouden
om het vrijkomen van stof en dampen tot een minimum
te beperken.
De afvoerlucht moet zo worden afgevoerd dat dit zo
weinig mogelijk stof doet opwaaien.
Als er stoffen of dampen ontstaan, moet de prioriteit
liggen bij de controle van deze stoffen of dampen op de
plek waar zij vrijkomen.
Alle voor het opvangen, afzuigen of in onderdruk houden
van fijnstof of dampen aangebrachte inbouwdelen of ac-
Nederlands
Veiligheidsinstructies
cessoires van de machine moeten conform de instructies
van de fabrikant worden gebruikt en onderhouden.
De verbruiksmaterialen/machinegereedschappen moeten
overeenkomstig de aanbevelingen in deze handleiding
worden gekozen, onderhouden en vervangen om een
onnodige verhoogde ontwikkeling van fijnstof en damp
te voorkomen.
Gebruik adembeschermingsmiddelen conform de in-
structies uw werkgever of zoals dit in de arbo-wetgeving
wordt voorgeschreven.
Werkzaamheden met bepaalde materialen leiden tot
emissies van stof en damp die een potentieel explosieve
omgeving kunnen creëren.
Gevaarlijke situaties door lawaai
Door onbeschermde of onvoldoende beschermde bloot-
stelling aan een hoge geluidsdruk kan gehoorschade,
doofheid of andere problemen worden veroorzaakt zoals
tinnitus (rinkelende, suizende, fluitende of zoemende
geluiden in het oor), daarom is het absoluut noodzakelijk
om een risicoanalyse met betrekking tot deze gevaren uit
te voeren en om dienovereenkomstige regelingsmechanis-
men te implementeren.
Geschikte risicoverminderende regelingsmechanismen
zijn onder anderen het gebruik van geluiddempende
materialen, om schelle geluiden bij de werkstukken te
voorkomen.
Gebruik gehoorbeschermingsmiddelen conform de
instructies van uw werkgever of zoals dit in de arbo-
wetgeving wordt voorgeschreven.
De machine moet conform de in deze handleiding ver-
melde aanbevelingen worden gebruikt en onderhouden
om een onnodig hoge geluidsdruk te voorkomen.
De verbruiksmaterialen/machinegereedschappen moeten
overeenkomstig de aanbevelingen in deze handleiding
worden gekozen, onderhouden en vervangen om een
onnodige verhoogde geluidsdruk te voorkomen.
Controleer als uw machine is uitgerust met een geluids-
demper altijd of deze op zijn plek zit en functioneel is als
de machine in werking is.
Gevaren door vibraties
Trillingen kunnen een schadelijk effect hebben op de
zenuwen en de bloedcirculatie in handen en armen kan
worden verstoord.
Draag bij werkzaamheden in een koude omgeving warme
kleding en houd uw handen warm en droog.
Indien u een doof gevoel, jeuk of pijn in uw vingers of
handen waarneemt of de huid op uw vingers of handen
wit wordt, moet u de werkzaamheden met de machine
onderbreken, uw werkgever informeren en een arts
raadplegen.
De machine moet conform de in deze handleiding ver-
melde aanbevelingen worden gebruikt en onderhouden
om onnodig intensieve trillingen te voorkomen.
59