Ingebruikname
1. Schuif de accu (01/1) in de oplader (01/2) en
steek dan de stekker (01/3) in het stopcontact.
Het opladen begint en de LED voor weergave
van de laadtoestand (01/4) knippert groen.
2. Houd de LED (01/4) in de gaten. Het volledig
opladen duurt ongeveer 1,5 - 2,0 uur. Het
proces stopt automatisch wanneer de accu
volledig opgeladen is. De LED (01/4) licht
dan continu groen op.
3. Trek de stekker uit het stopcontact (01/3)
wanneer de LED (01/4) continu groen brandt.
4. Druk op de vergrendelknop aan de onderkant
van de accu het houd hem vast.
5. Trek de accu (01/1) uit de oplader (01/2).
Statusweergaven op de oplader (02)
De led (02/1) op de lader duidt de laadconditie
van de accu en de bedrijfstoestand van de lader
aan. De symbolen (02/2) op de oplader verduide-
lijken deze condities:
Sym-
LED en laadtoestand
bool
Led brandt groen: Accu is volledig
opgeladen.
Led knippert groen: Accu laadt op.
Led brandt rood: Er bevindt zich
geen accu in de oplader.
Led knippert rood: Accu is te warm
en wordt daarom niet opgeladen.
5.2
Laadtoestand van de batterij vaststellen
(03)
Aan de voorzijde van de accu bevindt zich een
bedieningspaneel met een druktoets (03/1) en
laadtoestand-leds (03/2 tot 03/5).
1. De drukknop (03/1) indrukken. De laadtoe-
stand-leds branden op basis van de laadtoe-
stand.
2. Lees de laadtoestand af, zie paragraaf
"Laadtoestand-leds op de accu".
Weergave laadtoestand
Leds
Acculaadtoestand
Groen
Accu is volledig geladen, dus
(03/2)
voor 100 %.
Groen
Accu is voor meer dan 50 % ge-
(03/3)
laden.
441600_d
Leds
Acculaadtoestand
Groen
Accu is voor minder dan 50 %
(03/4)
geladen.
Rood (03/5) Accu is volledig ontladen of accu
is oververhit/onderkoeld.
5.3
Accu plaatsen en verwijderen (04)
LET OP!
Beschadigingsgevaar van de accu
Als de accu na gebruik in het apparaat
blijft zitten kan dit een beschadiging van
de accu veroorzaken.
■
Trek de accu direct na gebruik uit
het apparaat en bewaar hem be-
schermd tegen vorst.
■
Plaats de accu pas weer voor het
begin van de werking.
Accu plaatsen
1. Afdekking (04/1) van de accuschacht openen
(04/a).
2. Accu (04/2) van bovenaf in het accuvak
plaatsen totdat hij vastklikt (04/b).
3. Afdekking van de accuschacht sluiten.
Accu verwijderen
1. Ontgrendelingsknop op de accu indrukken en
vasthouden.
2. Accu (04/2) eruit trekken.
5.4
Voeding in- en uitschakelen (05)
Met de sleutelschakelaar aan de accuschacht
kan de voeding van het hele apparaat in- en uit-
geschakeld worden. De sleutelschakelaar wordt
bediend met de veiligheidssleutel.
WAARSCHUWING!
Risico op letsel
Onbedoeld inschakelen kan leiden tot
ernstig letsel.
■
Altijd voor pauzes en onderhouds-
werkzaamheden: Om de stroom uit
te schakelen, zet u de veiligheids-
sleutel in de stand Off en verwijdert
u de veiligheidssleutel.
Voeding inschakelen
1. Afdekking (04/1) van de accuschacht openen
(04/a).
2. Veiligheidssleutel (05/1) in de sleutelschake-
laar (05/2) plaatsen (05/a).
49