6.
Houten hulpstuk
Het gebruik van een houten hulpstuk helpt om splintervrije sneden te krijgen. Gebruik de gaten in de geleider om een
houten hulpstuk aan de geleider te bevestigen.
Zie de afbeelding voor de afmetingen van een dergelijk houten hulpstuk.
Meer dan 10 mm
Gat
LET OP:
• Gebruik als houten hulpstuk een recht stuk hout van
gelijke dikte.
• Gebruik schroeven om het houten hulpstuk aan de
geleider te bevestigen. Zorg dat de schroefkoppen niet
uit het bovenvlak van het houten hulpstuk steken.
• Draai de draaivoet na het bevestigen van het houten
hulpstuk niet met het handvat in de omlaagpositie. Als
u dit doet, kan het zaagblad en/of het houten hulpstuk
worden beschadigd.
GEBRUIKEN ALS EEN TAFELZAAG
(AFKORTZAAG)
LET OP:
• Wanneer u dit gereedschap gebruikt als tafelzaag
(zaagbankstand), plaatst u de zaagbladbeschermkap
op de draaitafel, zodat de beschermkap precies mid-
den over de gleuf voor het zaagblad in de draaitafel
komt en de twee kleine uitsteeksels aan de onderkant
van de beschermkap passen in de halfronde gleuf in de
rand van de geleider op de draaitafel, zoals getoond in
de afbeelding. Vervolgens zet u de hendel vast in de
laagste stand door de aanslagpen geheel in te druk-
ken. Als de zaagbladbeschermkap niet is vastgezet,
kan de tafel niet omlaag worden gebracht. (Fig. 40)
LET OP:
• Gebruik altijd "werkassistenten" zoals drukstokken en
drukblokken wanneer er gevaar is dat uw handen of
vingers dicht bij het zaagblad zullen komen.
• Houd het werkstuk altijd goed vast op de tafelblad met
behulp van breedtegeleider. Buig of verdraai het werk-
stuk niet tijdens het aanvoeren. Als het werkstuk gebo-
gen of verdraaid wordt, kan gevaarlijke terugslag
optreden.
• Verwijder NOOIT het werkstuk terwijl het zaagblad nog
draait. Als het werkstuk verwijderd dient te worden
voordat de snede is voltooid, schakel dan eerst het
gereedschap uit terwijl u het werkstuk stevig vasthoudt.
Verwijder het werkstuk pas nadat het zaagblad volledig
tot stilstand is gekomen. Als u dit verzuimt, bestaat er
gevaar voor terugslag.
• Verwijder NOOIT afgezaagd materiaal terwijl het zaag-
blad nog draait.
• Kom NOOIT met uw handen of vingers in het pad van
het zaagblad.
• Zet de trekgeleider altijd stevig vast, omdat er anders
gevaar is voor terugslag.
Meer dan 520 mm
77 mm 118 mm 118 mm 77 mm
• Gebruik altijd hulpmiddelen zoals duwstokken en duw-
blokken wanneer u kleine of smalle werkstukken zaagt
of wanneer het groefzaagblad tijdens het zagen niet
zichtbaar is.
Werkassistenten
Drukstokken, drukblokken of hulpgeleiders zijn een soort
"werkassistenten". Gebruik deze hulpmiddelen om veilig
te kunnen zagen zonder dat de gebruiker een deel van
het gereedschap dient aan te raken.
Drukblok (Fig. 41)
Gebruik een stuk gelaagd hout van 15 mm dikte.
Het handvat dient in het midden van het stuk gelaagd
hout te komen. Bevestig met lijm en houtschroeven,
zoals afgebeeld. Een stukje hout van 10 mm x 9 mm x
30 mm dient altijd aan het gelaagd hout gelijmd te wor-
den, om afstomping van het zaagblad te voorkomen
indien de gebruiker per ongeluk in het drukblok zaagt.
(Sla nooit spijkers in het drukblok.)
Hulpgeleider (Fig. 42 en 43)
Maak een hulpgeleider uit stukken gelaagd hout van
10 mm en 15 mm.
Verwijder de trekgeleider, de klemschroef (A), de platte
vulring en de vierkante moer van de trekgeleiderhouder.
Bevestig vervolgens de hulpgeleider aan de trekgeleider-
houder door middel van een M6 bout die langer is dan
M6 x 50, vulringen en een moer.
Schulpen
LET OP:
• Gebruik altijd steunen achter de tafel wanneer u lange
of grote werkstukken wilt zagen. Sta NIET toe dat een
lange plank op de tafel kan bewegen of verschuiven.
Het zaagblad kan dan namelijk klemmen zodat er
gevaar is voor terugslag en persoonlijke verwonding.
De steun dient even hoog te zijn als de tafel.
1.
Stel de zaagdiepte iets hoger in dan de dikte van het
werkstuk. Stel in door de twee hendels los te draaien
en de boventafel hoger of lager te zetten.
2.
Positioneer de trekgeleider op de gewenste breedte
en zet hem vast met de klemschroef (A). Controleer
voordat u gaat zagen of de twee schroeven van de
trekgeleiderhouder goed vastzitten. Indien niet, trek
de schroeven steviger aan.
3.
Schakel het gereedschap in en voer het werkstuk
langs de trekgeleider langzaam doorheen het zaag-
blad.
Gat
012270
59