NEDERLANDS
1
Hendel
2
Dieptegeleider
3
Zaaglijn
4
Trekschakelaar
5
Ontgrendelknop
6
Stofkap
7
Knop
8
Dopsleutel
TECHNISCHE GEGEVENS
Model
Diameter zaagblad
Max. zaagcapaciteit
Toerental onbelast (min
Totale lengte
Netto gewicht
Veiligheidsklasse
• In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling behouden wij ons het recht voor bovenstaande
technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
• Opmerking: De technische gegevens kunnen van land
tot land verschillen.
Doeleinden van gebruik
Dit gereedschap is bestemd voor het zagen van zacht
staal.
Stroomvoorziening
Het gereedschap mag alleen worden aangesloten op
een stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op
de naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom
worden gebruikt. Het gereedschap is dubbel-geïsoleerd
volgens de Europese standaard en kan derhalve ook op
een niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriften nauwkeurig op te volgen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR HET
GEREEDSCHAP
GEVAAR:
1.
Houd uw handen uit de buurt van de zaagomge-
ving en het zaagblad. Houd uw tweede hand op
de hulphandgreep of op het motorhuis. Als u het
gereedschap met beide handen vasthoudt, is er
geen gevaar voor verwonding door het zaagblad.
2.
Reik niet onder het werkstuk. De beschermkap
biedt geen bescherming tegen het zaagblad onder
het werkstuk.
3.
Stel de zaagdiepte af in overeenstemming met
de dikte van het werkstuk. Niet meer dan een volle
tand van de zaagbladtanden mag onder het werk-
stuk zichtbaar zijn.
Verklaring van algemene gegevens
9
Asblokkering
10 Zeskantbout
11 Buitenflens
12 Zaagblad met hardmetalen
tanden
13 Binnenflens
14 Sleuf
15 Ribbe
4131
185 mm
63 mm
–1
)
3 500
358 mm
4,8 kg
/II
16 Trekgeleider (breedtegeleider)
17 Schroef
18 Werkstuk
19 Kijkglas
20 Terugtrekhendel
21 Limietaanduiding
22 Schroevendraaier
23 Borstelhouderdop
4.
Zaag nooit met het werkstuk in uw hand of op uw
dijen geplaatst. Zet het werkstuk vast op een sta-
biele werktafel. Het is belangrijk dat het werkstuk
op de juiste manier wordt ondersteund om gevaar
voor verwonding, klemming van het zaagblad, of
controleverlies tot een minimum te beperken.
De afbeelding toont een typisch voorbeeld van de
juiste manier voor het vasthouden van het gereed-
schap, het ondersteunen van het werkstuk, en het
plaatsen van de stroomkabel (indien voorzien).
5.
Houd elektrisch gereedschap altijd vast bij de
geïsoleerde handgreepoppervlakken wanneer er
kans is dat het zaagblad met verborgen bedra-
ding of zijn eigen stroomkabel in contact kan
komen. Door contact met een onder spanning
staande draad komen ook de blote metalen delen
van het elektrisch gereedschap onder spanning te
staan zodat er gevaar is voor een elektrische schok.
6.
Gebruik voor het schulpen altijd een breedtege-
leider of een richtliniaal. De snede zal dan nauw-
keuriger zijn en er is minder kans dat het zaagblad
klemt.
7.
Gebruik altijd zaagbladen met asgaten van de
juiste grootte en vorm (diamant of rond). Zaag-
bladen die niet precies passen op de montagehard-
ware van het gereedschap zullen excentrisch
draaien, zodat er gevaar is voor controleverlies.
8.
Gebruik nooit defecte of onjuiste sluitringen of
bouten. De sluitringen en bout van het zaagblad zijn
speciaal ontworpen met het oog op optimale presta-
ties en veilige bediening van uw gereedschap.
9.
Oorzaken van en voorzorgsmatregelen tegen
terugslag;
• Terugslag is een plotselinge reactie, veroor-
zaakt door een geklemd, geblokkeerd of slecht
uitgelijnd zaagblad, waardoor het gereedschap
uit het werkstuk naar omhoog wordt gedreven
en naar de gebruiker wordt teruggeslagen.
23