Veiligheidsinstructies bij elektrische aansluiting
Bij alle werkzaamheden aan elektrische systemen bestaat
levensgevaar door elektrische schokken.
De netaansluiting van de buismotor en alle werkzaamheden aan
elektrische systemen mogen uitsluitend door opgeleide elektro-
monteurs uitgevoerd worden, volgens de aansluitingsschema's
in deze handleiding.
Maak de toevoerleiding met alle polen van het net los en borg
deze tegen onbedoeld inschakelen.
Controleer het systeem op spanningloosheid
Voer alle montage- en aansluitingswerkzaamheden in spanning-
loze toestand uit.
Gevaar voor kortsluiting door beschadigde kabels.
Leg alle kabels in de rolluikkast zo dat deze niet door beweeglijke
onderdelen beschadigd kunnen raken.
De voedingskabel van deze aandrijving mag uitsluitend door
hetzelfde type kabel worden vervangen. Neem eventueel contact
op met onze servicedienst.
Elektrische aansluiting (Afbeelding
9
Besturing van een aandrijving met een éénpolige rolluikschakelaar
(15)
L 1 ( / )
L 1 ( / )
N
PE
Bij vast geïnstalleerde apparaten...
...moet er volgens DIN VDE 0700 een scheidingsinrichting voor iedere
fase aanwezig zijn. Als scheidingsinrichting gelden schakelaars met
een contactwijdte van ten minste 3 mm (b.v. LS-schakelaars, zeke-
ringen of FI-schakelaars)
Gevaar voor kortsluiting door water bij verkeerde kebelgeleiding.
Leg de motorkabel (15) nooit direct verticaal naar boven, anders kan
evt. water via de kabel in de motor komen en deze vernielen. Geleid
de kabel in een lus. De lus bewerkt dat het water langs de kabel op
het laagste punt van de lus verzamelt en daar eraf druppelt.
STOP
)
9
1.
Geleid de motorkabel (15) na het plaatsen van de motor in de
daarvoor voorziene aansluit- of schakeldoos.
Kleurenscala van de motorleiding (15)
L 1
=
Draairichting 1 (zwart)
L 1
=
Draairichting 2 (bruin)
N
=
Neutrale draad (blauw)
PE
=
Aarding
Installatieplan en aansluitingsschema
voor de montage aan de rechterzijde.
NL
(groen/geel)
63