3) Sluit de kabel van de netvoeding aan op de laadbus van de afstandsbe
diening. De stekker van de kabel moet daarbij vastklikken (zie afb. 1).
INFORMATIE: Let op dat u de polen niet omdraait (geleidenokje).
Oefen bij het aansluiten van de kabelstekker op de laadbus van de
afstandsbediening niet te veel kracht uit.
4) Steek de netvoeding in het stopcontact (zie afb. 2).
→ De groene lichtdiode (led) aan de achterkant van de netvoeding
licht op.
→ Het laden begint.
Op het display wordt de actuele laadtoestand van de accu van de
afstandsbediening weergegeven.
Accu leeg (zie afb. 3), accu volledig geladen (zie afb. 4). Tijdens
het laden knippert dit symbool.
→ Als de groene lichtdiode (led) van de netvoeding niet oplicht, is er
sprake van een storing (zie pagina 153).
→ Na ca. drie à vier uur is de accu van de afstandsbediening volledig
opgeladen. Het symbool op het display licht dan ononderbroken
op.
5) Als het laadsymbool op het display ononderbroken oplicht (zie afb. 4), is
de accu volledig opgeladen (3–4 uur). Haal de stekker van de laadkabel
uit de laadbus.
6) Sluit de afdekking van de laadbus.
6.1 Weergave van de actuele laadtoestand
Wanneer de afstandsbediening ingeschakeld is, wordt de actuele laadtoe
stand aangegeven op de statusregel. Als de afstandsbediening is verbonden
met een prothese, wordt ook de laadtoestand van de accu van de prothese
weergegeven:
138 | Ottobock
1.
– Laadtoestand van de accu van de
afstandsbediening
2.
– Laadtoestand van de accu van de op dat
moment met de afstandsbediening verbonden
prothese
– Prothese wordt geladen
3. 68% – Laadtoestand van de accu van de op
dat moment verbonden prothese in procenten