• Vouw eventuele kwastjes aan vloerbedekkingen
onder de vloerbedekking.
• Leg alle kleine en dure voorwerpen, die gemakkelijk
opgezogen kunnen worden, aan de kant.
• Leg alle snoeren, riemen, touwtjes, dunne papieren
en plastic zakken die op de vloer liggen, aan de
kant.
•
Klap alle uitklapbare vloerstopcontacten in.
•
Bedek alle roosters tussen vloerdelen met behulp
van platen, enz. omdat de robotstofzuiger deze kan
detecteren als barrières en er niet overheen kan
bewegen.
Voorkomen dat de robotstofzuiger valt
•
Als in het te stofzuigen gebied een trap, of ander
gebied waar de robotstofzuiger van af kan vallen,
aanwezig is, plaatst u voorwerpen met een hoogte
van 15 cm of hoger, en die zwaar genoeg zijn om
een botsing met de robotstofzuiger te weerstaan,
vóór dergelijke gebieden om te voorkomen dat de
robotstofzuiger naar dat gebied gaat.
• Blokkeer zonlicht en infraroodstraling met gordijnen.
(De robotstofzuiger kan naar een lagere verdieping
vallen bij het achteruit bewegen in een poging
zonlicht of infraroodstraling te vermijden.)
•
Sluit aluminium schuifdeuren. (De robotstofzuiger
detecteert mogelijk het hoogteverschil niet tussen
de aluminium schuifrail en de vloer, en kan dan uit
de deur vallen.)
• Verplaats de vloerbedekking vlakbij een
hoogteverschil naar een ander vertrek. (De
robotstofzuiger detecteert mogelijk het verschil niet
en kan vallen.)
OPMERKING
•
Gebruik de robotstofzuiger niet in de buurt van
ontvlambare stoffen en zuig deze niet op. (Hierdoor
kan een explosie of brand ontstaan.)
•
Gebruik de robotstofzuiger niet op natte plaatsen,
plaatsen die nat kunnen worden, of plaatsen met
een hoge temperatuur en luchtvochtigheid. Zuig
ook geen water op. (Hierdoor kunnen elektrische
schokken, kortsluiting, brand, vervormingen of
storingen ontstaan.)
•
Gebruik de robotstofzuiger niet op plaatsen waar
de afstand van de wand tot een hoogteverschil
ongeveer 1 meter of minder is. (In uitzonderlijke
gevallen kan de robotstofzuiger vallen bij het
achteruit bewegen.)
•
Gebruik de robotstofzuiger niet op plaatsen met
barrières in de buurt van wanden of obstakels, waar
de robotstofzuiger niet overheen kan bewegen.
De robotstofzuiger kan vast komen te zitten op de
barrière bij het achteruit bewegen in een poging de
wand of het obstakel te vermijden.
•
Schakel het inbraakalarm, enz. uit. (De
robotstofzuiger kan per ongeluk als een inbreker
worden gedetecteerd.)
• De robotstofzuiger kan mogelijk hoogteverschillen
van 5,5 cm of minder niet vermijden.
• Tijdens gebruik kan op een televisiescherm ruis
verschijnen. (Dit is geen storing van de televisie.)
• Laat de robotstofzuiger niet een lange tijd achter
met de accu's erin geplaatst. (Het elektrolyt kan uit
de accu's lekken.)
•
Draai de robotstofzuiger niet ondersteboven met de
accu's erin geplaatst. (U kunt per ongeluk op een
knop drukken waardoor hij onbedoeld in werking
treedt.)
BEDIENING
De robotstofzuiger beweegt over de vloer
overeenkomstig de vooraf ingestelde cruisemodus,
vermijdt obstakels met behulp van ultrasone sensoren
(Fig. P-1), en zuigt stof, vuil en andere rommel op zijn
route op met behulp van de zijborstels, hoofdborstel
en stofzuigventilator. Het is echter mogelijk dat de
sensoren in bepaalde situaties een obstakel niet
detecteren. Als uw robotstofzuiger een obstakel raakt,
absorbeert de bumper van de robotstofzuiger (Fig.
P-2) de botsing en verandert hij de richting waarin hij
beweegt.
OPMERKING: Er kunnen zich gevallen voordoen
waarin de robotstofzuiger niet over een barrière
met een hoogte tot 1,5 cm kan komen, ondanks dat
de robotstofzuiger ontworpen is om over dergelijke
barrières heen te bewegen.
OPMERKING: De robotstofzuiger kan een
gebied vermijden dat zwart gekleurd is, een zwart
houtnerfpatroon heeft, of van glas gemaakt is.
OPMERKING: Nadat een stofzuigcyclus is voltooid,
kan onder bepaalde omstandigheden enig stof en vuil
achtergebleven zijn.
OPMERKING: Draadloze communicatie kan
onderbroken of geblokkeerd worden onder de
volgende omstandigheden:
• Binnen constructies die gebouwd zijn
van gewapend beton of metaalachtige
bouwmaterialen
•
Wanneer de robotstofzuiger zich achter een
obstakel bevindt
• Vlakbij radiocommunicatieapparatuur die
gebruikmaakt van dezelfde frequentieband
• Vlakbij apparaten die elektromagnetische velden
genereren (magnetrons, enz.), die statische
elektriciteit genereren, of die radiogolven storen
Basisbediening
LET OP: Verzeker u er altijd van dat de
robotstofzuiger is uitgeschakeld voordat u enige
functie van de robotstofzuiger instelt of controleert.
OPMERKING: Als zich condens heeft gevormd,
schakelt u de robotstofzuiger uit en wacht u tot
de robotstofzuiger droog is voordat u hem weer
inschakelt.
OPMERKING: Wanneer u de robotstofzuiger
uitschakelt worden niet alle instellingen gewist.
Vergeet niet te controleren of de instellingen nog
correct zijn aan de hand van de lampjes (Fig. F-6, 7, 9
en 11) op de robotstofzuiger om onbedoelde werking
te voorkomen.
62 NEDERLANDS