Mettler Toledo InPro 7100 Manual De Instrucciones página 40

nl
40
5 Werking
De celconstante en de temperatuurconstante zijn
voor elke afzonderlijke sensor gemeten / bepaald
en deze waarden zijn vastgelegd in het meegele-
verde kwaliteitscertificaat. Gewoonlijk zullen de
celconstante en de temperatuurconstante niet ver-
anderen. Het is niet nodig om de celconstante van
de sensor met standaard oplossingen te corrige-
ren of te kalibreren. Afhankelijk van de bedrijfspro-
cedures ter plaatse is het echter mogelijk om de
celconstante na het verstrijken van de periode van
de initiële kalibratie te controleren / corrigeren met
behulp van standaard conductiviteitsoplossingen.
6 Onderhoud
Verontreinigde conductiviteitssensoren kunnen tot
foute indicaties leiden. Als u verontreiniging ver-
moedt, demonteert u de conductiviteitssensor en
reinigt u de elektroden en de isolatie tussen de
elektroden met een zachte doek. Een mild reini-
gingsmiddel of een sterk verdunde oplossing (van
minder dan 0,5 gewichtsprocent) van een zuur,
zoals salpeterzuur, is geschikt als reinigingsop-
lossing (wees altijd voorzichtig als u zuren ge-
bruikt!).
Gebruik alleen reinigingsmiddelen die geschikt
zijn voor de materialen die moeten worden gerei-
nigd. Gebruik voor het reinigen ook geen ruwe
materialen, zoals staalwol, omdat die het opper-
vlak beschadigen.
Spoel de conductiviteitscel voorafgaand aan de
installatie grondig af met gedestilleerd water.
7 Problemen oplossen
1. Controleer de elektrische aansluitingen als het
display geen signaal weergeeft. Een andere
mogelijke oorzaak van dit probleem is dat de
conductiviteitscel geen contact maakt met het
medium.
2. Als er geen temperatuursignaal aanwezig is, is
de temperatuursensor mogelijk niet goed aan-
gesloten of biedt het apparaat mogelijk geen
ondersteuning voor een NTC-temperatuursen-
sor (voor InPro 7100 i) of een Pt1000-sensor
(voor InPro 7100).
3. Als het meetsignaal onjuist of instabiel is, kan
dit worden veroorzaakt doordat de conductivi-
teitscel verontreinigd is of te dicht bij de leiding
is gemonteerd (de afstand tussen de leiding en
de conductiviteitscel moet 30 mm zijn).
© 01 / 18 Mettler-Toledo GmbH
Printed in USA
InPro 7100 (i) Conductivity Sensors
InPro 7100 (i)
52 005 463