Indien het koppelen niet plaatsvindt, wordt de koppelmodus
na 3 minuten beëindigd.
Als u een ander apparaat aan de bestaande apparaten wilt
toevoegen, moet u eerst het reeds bestaande apparaat in de
koppelmodus plaatsen en vervolgens het nieuwe apparaat in
de koppelmodus brengen.
Als u bij de bestaande apparaten bv. een andere radia-
torthermostaat wilt toevoegen, moet u eerst de nieuwe ra-
diatorthermostaat aan de bestaande radiatorthermostaat
koppelen. Aansluitend kunt u de nieuwe radiatorthermo-
staat aan het bestaande venster- en deurcontact koppelen.
Als u meerdere toestellen in een ruimte gebruikt, moet u alle
toestellen aan elkaar koppelen.
4.2 Koppelen aan het Access Point (alternatief)
U kunt het toestel aan het Homematic IP Access Point of aan
de centrale CCU2/CCU3 koppelen. Meer informatie hierover
vindt u in het Homematic IP-handboek (terug te vinden in
het downloadgedeelte van de website www.eQ-3.com).
Heeft u al apparaten direct aan elkaar gekoppeld en wilt u
deze nu aan het acces point koppelen, zet dan eerst de ap-
paraten terug op de fabrieksinstellingen (zie „10 Reset de
fabrieksinstellingen" op pagina 113).
Om het toestel in uw systeem te integreren en met de Homema-
Koppelen
95