3.2 Aansluiting externe sensoren
Wanneer bij signaalkabels rekening met transiënten moet
worden gehouden verdient toepassing van een
overspanningsbeveiliging aanbeveling.
3.2.1. Standaard ingang stroom/spanning
1. Voor actieve stroom- resp. spanningsbronnen (bijv.
meetversterker met eigen voeding en actieve stroomuitgang).
Stroombron
2. Voor meetversterker met passieve stroom- resp.
spanningsuitgang en externe voeding.
2-draads (Loop powered)
stroom-aansluiting
4-draads spannings- aansluiting
Opgelet:
Bij een stroombron moeten over het algemeen de klemmen 11
en 13 worden aangesloten. Bij een spanningsbron mag geen
brug tussen de klemmen 11 en 13 aanwezig zijn.
Procesaanwijsinstrument
Spanningsbron
4-draads stroom- aansluiting
127