Niet toegepast mogen worden:
- Gescheurde frezen en zulke, die hun vorm hebben
veranderd.
- Stompe frezen wegens de te hoge motorbelasting.
- Frezen die niet voor het boor-toerental in de
vrijloop geschikt zijn.
Instructies met betrekking tot het gebruik van
persoonlijke veiligheidsuitrustingen:
- Het geluidsdrukniveau aan het oor gaat 85 dB (A)
te boven. Draagt u vandaar bij het werken een
gehoorbeschermer.
- Draag bij het frezen steeds een veiligheidsbril.
- Om schade van de gezondheid te voorkomen dient
u een stofmasker te dragen.
Aanwijzingen met betrekking tot het bedrijf:
- Kom met uw handen niet in het freesbereik en aan
de frees. Houd de machine met beide handen aan
de hiervoor bedoelde handgrepen vast.
- Grijp niet onder de grondplaat.
- Zorgt u voor een vrije en antislip-zekere
standplaats met voldoende verlichting.
- Vóór het vervangen van gereedschap, bij
instelwerkzaamheden en vóór het verhelpen van
storingen (hiertoe behoort ook het verwijderen van
vastgeklemde spanen) moet de netsteker uit het
stopcontact worden genomen.
- Controleert
u
het
voorwerpen. Niet in metalen delen, bv nagels,
frezen (terugslaggevaar).
- Controleer vóór de inbedrijfstelling de vaste
montage van de frees en de onberispelijke functie.
- Gebruik alleen voor handaanvoer toegelaten
freeswerktuigen.
- Gebruik
alleen
freesgereedschap. U behaalt betere oppervlakken
en reduceert het terugslaggevaar. .
- Bewerk geen werkstukken die voor het vermogen
van de motor te klein of te groot zijn.
- Borg indien mogelijk het werkstuk tegen
wegglijden, bijv. door lijmklemmen.
- De machine reeds voor het inschakelen met beide
handen goed vasthouden.
- Begin met het frezen van het werkstuk eerst, als
de freesmachine zijn vol toerental heeft bereikt.
werkstuk
op
vreemde
scherp
en
onbeschadigd
- Leid bij het frezen de aansluitkabel steeds naar
achteren van de machine weg.
- Bij draaiende machine nooit in het werkbereik van
het freesgereedschap of onder de grondplaat
grijpen (verwondingsgevaar!).
- Gelijkmatige aanvoer bij het frezen verhoogt de
levensduur van freeswerktuig en machine en
behaalt een schoon freesbeeld. Bij het bewerken
van kanten met groter werktuig steeds in de
tegenloop frezen.
- Leg de machine na het uitschakelen pas dan neer,
wanneer het freesgereedschap tot stilstand is
gekomen resp. de klemming voor de zelfstandige
terugslag aan de machine losmaken en weer
vergrendelen.
- De freesdelen moeten bijtijds worden vervangen,
omdat stomp freesmateriaal niet alleen het
terugslaggevaar verhoogt, maar ook de motor
onnodig belast. De frezen moeten volgens 4.3
ingespannen worden.
- De bij het frezen ontstaande houtstof belemmert
het vereiste zicht en is gedeeltelijk schadelijk voor
de gezondheid. De machine moet vandaar bij een
langer gebruik, wanneer niet buiten of in
voldoende verluchte ruimten wordt gewerkt, aan
een spanenafzuiging bv transportabele stofzuiger
worden aangesloten. De luchtsnelheid moet ten
minste 20 m/s bedragen.
Opmerkingen met betrekking tot onderhoud en
reparatie:
- De regelmatige reiniging van de machine, vooral
van de verstelvoorzieningen en de geleidingen,
vormt een belangrijke veiligheidsfactor.
- Er mogen enkel originele MAFELL-reseverdelen
en toebehoren worden toegepast. Anders bestaat
er geen garantieclaim en geen aansprakelijkheid
door de fabrikant.
4
Voorbereiden / Instellen
4.1 Netaansluiting
Let voor de ingebruikname erop dat de netspanning
met de op het vermogensplaatje van de machine
vermelde bedrijfsspanning overeenstemt.
Uitsluitend uitgeschakelde machine aan het
spanningsnet aansluiten
-47-