Aanbevelingen En Voorzorgsmaatregelen Voor De Veiligheid; Aanbevelingen Voor De Veiligheid; Aanbevelingen Voor De Installatie; Aanbevelingen Voor Het Gebruik - Nice ERA XL Instrucciones Y Advertencias Para La Instalación Y El Uso

AANBEVELINGEN EN
1
VOORZORGSMAATREGELEN
VOOR DE VEILIGHEID

1.1 - Aanbevelingen voor de veiligheid

• Voor de veiligheid van personen is het belangrijk
volgens deze montagehandleiding te werk te gaan!
• Deze handleidingen zijn bestemd voor de monteur,
de professionele elektricien en de exploitant.
• Gelieve de montagehandleiding door te geven aan
de juiste personen.
• Bewaar de montagehandleiding!
In deze montagehandleiding staan belangrijke veilig-
heidsaanwijzingen en waarschuwingen voor de juis-
te omgang met de aandrijving.
Het opvolgen van de montagehandleiding is de basisvoor-
waarde voor de veilige werking van de rolluik-, roldeur- en
markiesaandrijvingen en voor het bereiken van de verschil-
lende producteigenschappen en prestatiekenmerken.
De fabrikant kan in geen geval aansprakelijk worden ge-
steld voor lichamelijke letsels, materiële schade en finan-
cieel nadeel als gevolg van het niet opvolgen van de mon-
tagehandleiding. Materiële aansprakelijkheid is in dergelijke
gevallen uitgesloten.
• De installateur moet controleren of de omgevings-
temperatuur die op de aandrijving aangegeven is,
geschikt is voor de montageplaats.
• Nooit beschadigde producten installeren of in be-
drijf stellen.
• Klop nooit met een hamer op de aandrijving, de la-
gers en behuizingen worden hierdoor beschadigd.
• Gebruik uitsluitend originele onderdelen.
• Wanneer de aandrijving ongeoorloofd geopend
wordt, verkeerd gebruikt, geïnstalleerd of bediend
wordt, bestaat er gevaar voor lichamelijke letsels
en materiële schade.
• Let erop dat de kleinste binnendiameter van de
buis bij deze aandrijving (ERA XL buismotor) over-
eenstemt met 94 mm.
• Het opschrift van de buismotoren mag na de mon-
2 – Nederlands
tage bedekt zijn.
• De aandrijving bevat kleine delen die kunnen wor-
den ingeslikt.
Letsel door elektrische schok!
• Aansluitingen op het net van 230 V moeten worden uit-
gevoerd door een professionele elektricien.
• Gebruik uitsluitend originele onderdelen.
• Alle netstroomkringen moeten uitgeschakeld zijn voor de
toegang tot de aansluitklemmen.
• Neem bij het aansluiten de voorschriften van het ener-
giebedrijf en de geldende normen voor natte en vochtige
omgevingen in acht.
• Controleer de installatie regelmatig op slijtage of bescha-
digingen van aansluitkabel, bevestigingen en veiligheids-
voorzieningen.
• Bij werken aan de installatie (onderhoud, reiniging) moe-
ten deze steeds van het stroomnet worden gescheiden.

1.2 - Aanbevelingen voor de installatie

• Alle werken voor de installatie moeten door een vakman
worden uitgevoerd.
• De technicus moet over geschikte kwalificaties beschik-
ken.
• De plaats van montage moet worden beveiligd omwille
van vallende voorwerpen.
• Vooraleer de aandrijving geïnstalleerd wordt, moeten alle
niet benodigde leidingen, kabels, kettingen enz.worden
verwijderd en elke voorziening die niet nodig is voor de
bediening met mechanische aandrijving moeten buiten
werking worden gesteld.
• Neem bij het aansluiten de voorschriften van het energie-
bedrijf in acht.
• Op het voedingsnet van de installatie moet een onder-
brekingsinrichting worden geplaatst met een openings-
afstand van de contacten die de volledige onderbreking
van de stroom garandeert in geval van categorie III over-
spanning.
• De aandrijving moet op een hoogte van minstens 2,50 m
boven de vloer of een andere toegangshoogte worden
geïnstalleerd.
• Als de voedingskabel van de motor beschadigd is, moet
de motor in zijn geheel worden vervangen.
• Bij werken aan de installatie (onderhoud, ramen lappen)
steeds de installatie van het stroomnet afkoppelen.
• Breng de vaste stuurinrichting in het zicht of een scha-
kelaar met UIT-voorinstelling voor het aangedreven deel
aan, maar op een afstand van bewegende delen en op
een hoogte van minstens 1,5 m.
• Laat de nominale spanning, het nominale toerental, het
nominale koppel en de nominale bedrijfsduur overeen-
stemmen met de eigenschappen van het aangedreven
deel.
• U dient de gegevens op het identificatieplaatje te contro-
leren.
• De aandrijving mag enkel zodanig worden ingebouwd
dat deze toegankelijk is en er geen regen op valt.
• Aandrijvingen niet inbouwen in explosieve omgeving of in
mobiele inrichtingen (b.v. voertuigen).
• Houd tussen bewegende onderdelen en vaste voorwer-
pen minstens een afstand van 0,4 m aan.
• Neem bij de installatie de landspecifieke voorschriften in
acht.
• De aandrijving mag enkel worden bediend door perso-
nen die vertrouwd zijn met de gebruiksaanwijzing.

1.3 - Aanbevelingen voor het gebruik

• Enkel binnen gebruiken (volg de aangegeven IP-codes op).
• Controleer de installatie (rolluiken, zonneschermen en
poorten) regelmatig op slijtage of beschadigingen.
• Bij automatische poortinstallaties: Controleer elke maand
of de aandrijving omkeert, wanneer de poort een hinder-
nis van 40 mm hoog raakt die op de grond staat. Er mag
zich niemand binnen de bewegingsruimte van de poort
bevinden, aangezien de poort onverwacht kan starten.
• Wanneer de installatie door één of meerdere zenders ge-
stuurd wordt dan moet het rijdbedrijf tijdens het bedrijf vi-
sueel controleerbaar zijn.
• Houd personen zolang weg van de installatie tot deze stil
staat.
• Het product is niet bestemd voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met lichamelijke, zintuiglijke of gees-
telijke beperkingen of met gebrek aan ervaring of ken-
nis, tenzij zij dankzij de tussenkomst van iemand die de
verantwoordelijkheid over hun veiligheid draagt, kunnen
profiteren van toezicht of instructies met betrekking tot
het gebruik van het product.