16-678
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname.
NL
1. BESCHRIJVING
Op de analoge telefooncentrale kan u tot 2 analoge buitenlijnen en 8 analoge binnenlijnen aansluiten. De centrale detecteert automatisch de aangesloten
analoge lijnen en past zich automatisch aan de parameters van de lijn aan om een optimale geluidskwaliteit te garanderen.
De centrale beschikt over de dienst nummerweergave (CLIP) en naamweergave (CNIP). U hoeft hiervoor zelf niets in te stellen in de centrale. Wel
moet(en) deze dienst(en) bij uw netwerkleverancier geactiveerd worden, en uw toestel(len) moet(en) hierop voorzien zijn. Indien uw netwerkleverancier ook
de functie naamweergave activeert, kan een naam op de hiervoor geschikte toestellen weergegeven worden. Namen die in de verkorte nummers van de
centrale ingesteld zijn, hebben voorrang op de dienst naamweergave. Zelfs wanneer u niet beschikt over de dienst naamweergave kan een naam die in de
verkorte nummers van de centrale ingesteld werd, weergegeven worden.
De centrale kan behalve individuele oproepen ook interne groepsoproepen aan (max. 8 door de gebruiker te omschrijven groepen). De centrale beschikt
over verschillende belritmes zodat u het onderscheid kan horen tussen een inkomende interne oproep, een externe oproep op de eerste buitenlijn,
een externe oproep op de tweede buitenlijn en een groepsoproep (5 mogelijkheden) naar analoge toestellen. U kan eveneens aan elke binnenlijn, buitenlijn
en groep in de centrale een naam toekennen. Deze naam wordt samen met het nummer van de oproeper op het toestel weergegeven bij een inkomende
oproep (als uw toestel hiervoor geschikt is).
De centrale beschikt over een dag- en nachtstand. U kan verschillende beltonen instellen voor een inkomende oproep overdag en 's nachts. Er kan auto-
matisch overgeschakeld worden tussen dag- en nachtstand op tijdstippen die in de centrale ingesteld werden. Daarnaast kan u ook manueel overschakelen
tussen de configuraties door op een toestel een code in te tikken.
U kan een eigen wachtmuziek van max. 4min 30s in de centrale inladen. Deze muziek is te horen als een externe of interne beller in wacht geplaatst
wordt.
De centrale is voorzien van een telefoonboek voor 500 verkorte nummers, geassocieerde naam en te bedienen groep. Voor elk toestel kan selectief een
buitenlijnkeuze of blokkering ingesteld worden, waardoor extern bellen onmogelijk is. U kan de blokkering opheffen door een paswoord in te geven.
Met de 'fax select'-functie van de centrale kan 1 externe analoge lijn zowel gesprekken als faxen ontvangen (uiteraard niet gelijktijdig). U kan een faxtoestel
op één van de binnenlijnen van de centrale aansluiten.
Voor interne toestellen kan u instellen dat 5s na het afhaken automatisch een intern of extern nummer gevormd wordt (noodnummer).
De centrale is voorzien van twee laagspanningsrelais die door elk aangesloten toestel bediend kunnen worden.
Met het bijgeleverde configuratieprogramma EasySetup kan u de centrale volledig volgens uw wensen configureren. Alle functies van de centrale
worden uitvoerig beschreven in deze gebruikershandleiding.
Leveringsomvang
• Centrale PABX 2/8
• Externe voedingadapter 230V AC - 12V DC / 3,3A met netsnoer
• CD-ROM met configuratiesoftware EasySetup en gebruikershandleiding in Nederlands, Frans en Engels
• 3 schroeven (3mm met ronde kop) en 3 bijhorende pluggen 6mm
• Kabel om telefooncentrale met een computer te verbinden (voor programmering).
2. INSTALLATIE
De centrale moet gemonteerd worden in een droge ruimte met een omgevingstemperatuur tussen 0 en 40°C, liefst in de nabijheid van de telefooncon-
tactdoos van de netwerkleverancier.
Ga als volgt te werk:
- Verwijder de afdekplaat van de aansluitingen op de centrale door ze omhoog te duwen.
- Boor 3 gaten in de muur (diameter 6mm): twee op een horizontale afstand van 182mm van elkaar en een derde 178mm lager en in het midden van de
eerste twee.
- Plaats de pluggen in de geboorde gaten.
- Schroef de 2 bovenste schroeven tot ongeveer 6mm van het einde.
- Hang de centrale aan de muur over de twee bovenste schroeven.
- Schroef de onderste schroef vast.
Kabels mogen enkel op de centrale aangesloten worden als de 230V-voedingstekker NIET
in het stopcontact zit. Op deze telefooninstallatie mag uitsluitend wettelijk goedgekeurde
randapparatuur aangesloten worden: telefoontoestellen, telefoonbeantwoorders, faxap-
182mm
paratuur... (zie verder).
De installatie moet vakbekwaam uitgevoerd worden. Onderstaande fig. geeft een overzicht
van de aansluitingen van de centrale. De polariteit van de aangesloten analoge lijnen en
analoge toestellen is onbelangrijk, de 2 draden mogen omgewisseld worden.
De contactingangen 'In 1 en 2' kunnen gebruikt worden als alarmingang.
178mm
1