Sluit het apparaat alleen aan op een stopcontact met een
minimaal vermogen van 10 a en voorzien van een doel-
treffende aarding. de fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor eventuele ongevallen te wijten aan het
ontbreken van een aardaansluiting.
•
Indien de stekker niet in het stopcontact past, het stopcon-
tact door een vakman laten vervangen door een stopcon-
tact van het geschikte type.
•
Let tijdens het vullen van het reservoir en het verwijderen
van de kan uit het apparaat op dat geen vloeistoffen op
stekker en netsnoer worden gemorst.
Beschrijving van het apparaat
a. Glazen karaf
B. koffievak en deksel waterreservoir
c. filterhouder voor filterkoffie
d. Sproeier
e. Waterreservoir
f.
indicator waterniveau
G. maatschepje
h. filter waterreservoir
I.
Papieren filter (1X2 types)
L.
"On/standby" toets met controlelampje
m. Verwarmingsplaat
n. aromatoets met controlelampje
o. Permanent filter
Het bereiden van filterkoffie
Nota Bene: de eerste keer dat koffie wordt gezet, dienen
alle accessoires en de inwendige circuits van de machine gespo-
eld te worden waarbij u ten minste twee kannen koffie moet
zetten zonder gemalen koffie te gebruiken.
•
Open het koffievak en het deksel van het waterreservoir
(B) (fig. 1) en gebruik de kan (A) om vers en schoon wa-
ter in het waterreservoir (E) te schenken tot het peil wordt
bereikt van het aantal kopjes koffie dat u wilt zetten (fig.
2). controleer het waterpeil in het reservoir via de speciale
indicator (F) (fig. 3). Men adviseert om de bijgeleverde kan
als doseerder te gebruiken, aangezien de maximuminhoud
van de kan overeenkomt met die van het reservoir.
•
Open de sproeier (D) (fig.4). Plaats het papieren filter (I) in
de filterhouder (C) (fig. 5).
•
Doe gemalen koffie in het filter met behulp van het bijge-
leverde maatschepje (G) en verdeel de koffie gelijkmatig
(fig. 6). Gebruik gemalen koffie van goede kwaliteit, van
gemiddelde maalgraad en verpakt voor filterkoffieappara-
ten.
het type mengsel beïnvloedt in belangrijke mate de koffie
die men verkrijgt: het is dus raadzaam verschillende koffi-
emengsels te proberen, om zo de koffie te vinden die u het
lekkerst vindt.
Aangeraden hoeveelheden:
aantal koppen
5
4
3
2
(*) 1 afgestreken maatschepje = 1 eetlepel (5 g)
Voor een sterkere koffie wordt geadviseerd om een extra ma-
atschepje voor elke kop toe te voegen.
de in de tabel aangegeven hoeveelheden zijn indicatief en
moeten aangepast worden aan de persoonlijke smaak en aan
het soort koffie: overschrijd nooit het maximumniveau van 5
maatschepjes. het type mengsel beïnvloedt in belangrijke mate
de koffie die men verkrijgt: het is dus raadzaam verschillende
koffiemengsels te proberen, om zo de koffie te vinden die u het
lekkerst vindt.
•
Sluit de klep (B) en plaats de gesloten kan op de plaat (fig.
8).
•
Druk op de toets
schakelaar geeft aan dat het apparaat in werking is. de kof-
fie begint na enkele seconden naar buiten te druppelen.
het is volkomen normaal dat tijdens het koffiezetten wat
stoom uit het apparaat komt. het koffiezetapparaat geeft
een geluidssignaal af wanneer de koffie begint uit te drup-
pelen en drie signalen wanneer het uitdruppelen ophoudt.
de smaak van de koffie kan verbeterd worden door op de
toets "AROMA" (N) te drukken. Deze functie zorgt voor een
filterproces waarbij het water langzamer in het filter wordt
gevoerd. een langzamer filterproces verbetert de smaak en
het aroma van de koffie. druk, om deze functie in te scha-
kelen, op de toets "AROMA" (het controlelampje op de toets
gaat branden). druk opnieuw op de toets om deze functie
uit te schakelen. Men adviseert de toets "AROMA" te gebru-
iken wanneer men niet een volle kan koffie wil zetten.
•
Als u de toets
(L) na het koffiezetten ingedrukt laat,
houdt de verwarmingsplaat de koffie op de ideale tempe-
ratuur.
19
gebruik
Aantal maatschepjes (*)
5
4
3
2
(L) (fig. 9). Het controlelampje op de
nl