1. Veiligheid
I Let op de volgende instructies, omdat
verkeerd gebruik tot schade kan leiden.
Gebruik het apparaat nooit in een vochtige
omgeving. Het apparaat mag niet vochtig zijn.
Draag beschermende handschoenen.
Draag een veiligheidsbril.
Draag gehoorbeschermers.
Het gebruik van accessoires die niet
voor dit apparaattype bestemd zijn,
kan tot beschadiging van het apparaat
leiden en verhoogt de kans op onge-
vallen.
Gebruik het apparaat nooit met een
beschadigd snoer. Trek onmiddellijk
de stekker uit het stopcontact en raak
het snoer niet aan als het netsnoer tij-
dens het werk beschadigd of doorge-
sneden wordt.
I Aanwijzing: neem de veiligheidsinstruc-
ties in acht.
I Gebruik de handcirkelzaag nooit anders
dan deze gebruiksaanwijzing voorschrijft!
I Gebruik de handcirkelzaag alleen in een
droge omgeving.
I Gebruik het apparaat alleen met de bijbe-
horende beveiligingen.
I Gebruik altijd de geleidingsplatt.
I De handcirkelzaag mag alleen gebruikt,
klaargemaakt en onderhouden worden door
personen die ermee vertrouwd zijn en van de
gevaren op de hoogte zijn.
28
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5071327 / 000 / 00
I Breng de handcirkelzaag alleen in inge-
schakelde toestand tegen het werkstuk.
I De zaagbaan moet boven en onder vrij
zijn van belemmeringen. Zaag niet in schroe-
ven, spijkers en dergelijke.
I Werk niet met het apparaat boven uw
hoofd.
I Rem het zaagblad niet af door zijdelingse
druk.
I Er mag geen gebruik worden gemaakt
van:
stompe zaagbladen
G
zaagbladen waarvan het centrum dikker is
G
of de zaagdikte kleiner is dan de dikte van de
geleidingsplatt.
zaagbladen met scheurtjes of vervormin-
G
gen
doorslijpschijven
G
zaagbladen van hooggelegeerd snelwerk-
G
staal (HSS).
I In geopende toestand mag de bescherm-
kap niet vastgezet worden. De beschermkap
moet vrij kunnen bewegen.
I Beweeg het apparaat tijdens het werk altijd
van u af.
I Voor alle werkzaamheden aan het appa-
raat moet de stekker uit het stopcontact
worden getrokken.
I De stekker alleen in het stopcontact ste-
ken als het apparaat uitgeschakeld is.
I Leid het snoer altijd naar achteren van het
apparaat weg.
I Bestuur de machine altijd met twee han-
den.
I Bij het zagen mag het roterende zaagblad
niet worden aangeraakt. Ook de aan de
onderkant van het werkstuk komende zaag-
blad, de spanflens en de flensschroef mogen
niet aangeraakt worden.
I Gebruik onbeschadigde zaagbladen om
een goed zaagresultat te krijgen en om de
machine geen geweld aan te doen.
I De machine is niet geschikt voor gebuik
in ruimtes waar gevaar voor explosies
bestaat.
I Bij gebruik van de machine in de buiten-
lucht wordt het gebruik van een veiligheids-
schakelaar aanbevolen.
I De goede werking van het apparaat is
alleen gegarandeerd bij gebruik van originele
accessoires van Hilt.
2. Reglementair gebruik
Het apparaat is bestemd voor het zagen van
zacht en hard hout, gelaagd hout, spaanplaat,
kunststof en dergelijke. Het zagen van metaal
is niet toegestaan. De gebruiker van de
machine is aansprakelijk voor schade die ont-
staat door onjuist gebruik, zoals de machine
aan het snoer dragen, de stekker aan het
snoer uit het stopcontact trekken en gebruik
van verkeerde zaagbladen. De veiligheidsin-
structies en algemeen geldende voorschriften
ter voorkoming van ongevallen bij het werken
met elektrisch gereedschap moeten in acht
worden genomen.
3. Gebruik / functies
Voor de inbedrijfname
Voor de inbedrijfname moet worden gecon-
troleerd of het zaagblad vast zit en moet de
instelling van de geleidingsplatt worden ge-
controleerd.
I Pas op! Voor het instellen van de gelei-
dingsplatt de stekker uit het stopcontact trek-
ken. De dikte van de geleidingsplatt moet
kleiner zijn dan de zaagbreedte van het zaag-
blad en groter dan of gelijk aan de dikte van
het centrum.
Om veiligheidsredenen moet de geleidingsplatt
altijd worden gebruikt. Daardoor wordt voor-
komen dat het zaagblad vastgeklemd raakt. Het
instellen moet bij maximale zaagdiepte gebeu-
ren.
Draai de schroeven 14 vast, stel de geleidings-
platt 9 in (Afb. 5) en draai de schroeven 14 weer
vast.
I Voor de inbedrijfname hulpstukken ver-
wijderen.
Inbedrijfname
I Houd het apparaat tijdens het werken goed
vast en zorg ervoor dat u stevig staat.
I Zet het apparaat alleen neer met gesloten
beschermkap.
De netspanning moet overeenkomen met de
waarde op het typeplaatje.
In- en uitschakelen van het apparaat
I Pas op! Machine alleen inschakelen als
het zaagblad geen contact maakt met het
werkstuk.
Inschakelen: inschakelblokkering 17 en aan/uit-
schakelaar 18 tegelijk indrukken.
Uitschakelen: aan/uitschakelaar 18 loslaten.
De handcirkelzaag is voorzien van een auto-
matische zaagbladrem. Na het loslaten van de
in/uitschakelaar 18 begint het remproces on-
middellijk en komt het blad van de cirkelzaag
snel tot stilstand.
Bescherming van het zaagblad
I Bescherm uw zaagblad tegen beschadigin-
gen.
I Leg het cirkelzaagblad nooit op een harde on-
dergrond. De hardmetalen tanden kunnen daar-
door beschadigd worden.