Tijdens opladen
Wanneer het opladen begint, gaat het eerste (meest
linkse) indicatorlampje knipperen. Naar mate het opladen
vordert, gaat het ene na het andere lampje branden om
de huidige acculading aan te geven.
OPMERKING:
• Als het indicatorlampje niet gaat branden of knipperen
tijdens het opladen, kan de accu defect zijn. Vraag in
dat geval uw plaatselijke servicecentrum om hulp.
Tijdens gebruik
Wanneer het gereedschap is ingeschakeld, branden de
lampjes om de resterende acculading aan te geven.
Wanneer het gereedschap is uitgeschakeld, gaan de
lampjes na ongeveer 5 seconden uit.
Wanneer u met uitgeschakeld gereedschap op de con-
troleknop drukt, gaan de indicatorlampjes gedurende
ongeveer 5 seconden branden om de acculading aan te
geven.
Als het oranje lampje knippert, stopt het gereedschap
vanwege de geringe resterende acculading (automati-
sche stopfunctie). Wanneer dat gebeurt, laadt u de accu
op of gebruikt u een opgeladen accu.
Wanneer het gereedschap wordt gebruikt met een accu
die lange tijd niet is gebruikt en wordt ingeschakeld,
branden mogelijk geen lampjes. Wanneer dat gebeurt,
stopt het gereedschap vanwege de geringe resterende
acculading. Laad de accu goed op.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 3)
LET OP:
• Alvorens de accu in het gereedschap te plaatsen, moet
u altijd controleren of de aan/uit-trekschakelaar juist
werkt en bij het loslaten naar de "OFF" positie terug-
keert.
Om het gereedschap te starten drukt u gewoon de aan/
uit-trekschakelaar in. Laat de aan/uit-trekschakelaar los
om het gereedschap te stoppen.
LED-indicator / Pieptoon (Fig. 6)
De LED-indicator / Pieptoon van het gereedschap geven de volgende functies aan.
Status van
LED-indicator/pieptoon
LED-indicator
Pieptoon
Brandt
achtereenvol-
gens
Een reeks
Groen
zeer korte
Rood
pieptonen
Blauw
Wit.
Brandt groen
gedurende
__
ongeveer
1 seconde.
Knippert
Een reeks
langzaam
lange
paars.
pieptonen
Functie
Controleer LED, de
kleur en de pieptoon
(wanneer u de aan/uit-
trekschakelaar voor het
eerst intrekt nadat u een
accu in het gereedschap
hebt gestoken).
Automatisch stoppen
met aandraaien
Waarschuwing voor
accucapaciteit
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 4)
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het gereed-
schap te gebruiken.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Indien u de draairichting verandert terwijl de
schroefbit nog draait, kan het gereedschap beschadigd
raken.
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer het gereedschap niet wordt gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerschake-
laar in vanaf zijde A voor rechtse draairichting, en vanaf
zijde B voor linkse draairichting.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale stand
staat, kan de aan/uit-trekschakelaar niet worden inge-
drukt.
Aanzetten van de lamp (Fig. 5)
LET OP:
• Kijk niet direct in het licht van de lamp.
Druk de aan/uit-trekschakelaar in om de lamp aan te zet-
ten. De lamp blijft branden zolang als u de aan/uit-trek-
schakelaar ingedrukt houdt. De lamp gaat automatisch
uit 10 seconden na het loslaten van de aan/uit-trekscha-
kelaar.
OPMERKING:
• Gebruik een droge doek om vuil op de lamplens eraf te
vegen. Pas op dat u geen krassen maakt op de lamp-
lens, omdat de verlichtingssterkte daardoor kan ver-
minderen.
Status
Controleer dat de LED groen,
rood, blauw en wit brandt en de
pieptoon klinkt.
Deze functie treedt in werking
wanneer het vooraf ingestelde
aandraaikoppel is bereikt en de
schroef volledig is aangedraaid.
Hierdoor wordt voorkomen dat de
schroef te vast wordt
aangedraaid.
Toont de geschikte tijd voor het
vervangen van de accu wanneer
de accuspanning zwak geworden
is.
Te nemen maatregel
__
__
Vervang de accu
door een volledig
opgeladen accu.
27