A
B
Indicatielampje overbelasting (rood)
Het indicatielampje van de overbelasting gaat aan
zodra overbelasting van een aangesloten elektrisch
apparaat wordt gedetecteerd, de omvormerbedienings-
1
eenheid oververhit raakt of de wisselstroomuitgangs-
vermogenspanning toeneemt. Vervolgens tript de wis-
selstroombeschermer waardoor de stroomopwekking
7DK-208
stopt om de generator en andere aangesloten elektri-
sche apparaten te beschermen. De wisselstroomcon-
trolelamp (groen) gaat uit en het indicatielampje van
de overbelasting (rood) blijft aan, maar de motor stopt
niet met draaien.
1 Indicatielampje overbelasting
1
7DK-229
å Voor Australië
∫ Behalve voor Australië
Ga als volgt te werk wanneer het indicatielampje van
de overbelasting aan gaat en de stroomopwekking
stopt:
1. Schakel alle aangesloten elektrische apparaten uit
en stop de motor.
2. Verminder het totale wattverbruik van aangesloten
elektrische apparaten binnen het nominale uit-
gangsvermogen.
3. Controleer op blokkades in de koelingsluchtinlaat
en rond de bedieningseenheid. Verwijder gevon-
den blokkades.
4. Herstart de motor na controle.
OPMERKING
Het indicatielampje van de overbelasting kan in eerste
instantie gedurende enkele seconden aan gaan bij het
gebruik van elektrische apparaten die een grote aan-
loopspanning vereisen, zoals een compressor of een
dompelpomp. Dit is echter geen defect.
Brandstoftankdop
Verwijder de brandstoftankdop door deze linksom te
draaien.
7DK-022
– 13 –