NewLife Family
Beperkte zuurstofstroom.
Ophoping van condens in
de zuurstofslang tijdens het
gebruik van de bevochtigerfles.
Niet-continu geluidsalarm klinkt.
De NewLife Family toont een
alarmbericht en laat een niet-
continue pieptoon horen.
De zuurstofconcentrator kan
niet worden aangezet.
Alle overige problemen.
178 - DUT
Onderdeelnr. MN239-C4 C | Gebruikershandleiding
De bevochtigerfles is vuil of
verstopt.
Neuscanule, zuurstofmasker,
katheter en/of zuurstofslang of
ander accessoire is defect.
Lek of andere blokkade.
Ventilatie van het apparaat
niet in orde. Verhoogde
bedrijfstemperatuur.
Apparaatstoring.
Raadpleeg de tabel met
alarmsituaties.
Niet verbonden met een
stroombron.
Algemene storing.
Verwijder de bevochtigerfles (als u deze gebruikt)
van de zuurstofuitlaat. Als de zuurstofstroom nu weer
in orde is, dient u de bevochtigerfles te reinigen of te
vervangen door een nieuwe.
Verwijder de neuscanule, het zuurstofmasker of
ander accessoire van de zuurstofslang. Als de
zuurstofstroom nu weer in orde is, dient u de
neuscanule, het zuurstofmasker of ander accessoire
te vervangen door een nieuwe.
Koppel de toedieningsslang los bij de zuurstofuitlaat
(voorzijde apparaat). Als de zuurstofstroom nu weer
in orde is, dient u de zuurstofslang te controleren op
knikken en verstopping. Vervang indien nodig.
Neem contact op met de leverancier van uw
apparaat.
Zorg dat het apparaat niet in de buurt staat
van gordijnen, bekledingen, heteluchtroosters,
verwarmingen en haarden. Zorg ervoor dat alle
zijden van het apparaat zich op minimaal 30,5 cm
(12 inch) afstand van muren en andere obstakels
bevinden. Plaats het apparaat niet in een besloten
ruimte.
Laat de zuurstofslang drogen of vervang deze door
een nieuwe. Vul de bevochtigerfles opnieuw met
KOUD water. OVERSCHRIJD DE VULLIJN NIET.
Zet de I/0-schakelaar op 0, neem uw
reservezuurstofbron in gebruik en neem onmiddellijk
contact op met de leverancier van uw apparaat.
Raadpleeg de tabel met alarmsituaties.
Sluit het apparaat aan op een gelijkstroom- of
wisselstroombron.
Controleer of de uitwendige aansluitingen goed zijn
bevestigd.
Neem contact op met de leverancier van uw
apparaat en schakel zo nodig over op een
alternatieve zuurstofbron.
Zet de I/0-schakelaar op 0, neem uw
reservezuurstofbron in gebruik en neem onmiddellijk
contact op met de leverancier van uw apparaat.