5. Druk op
vervolgens op
Opmerking: Het minimale aantal gegevensparen is twee. Als er nog slechts
twee gegevensparen over zijn, kunnen er geen gegevensparen meer worden
verwijderd.
6. Druk tweemaal op
De kalibratiekromme verwijderen
1. Stel het instrument in op het toepasselijke bereik. Raadpleeg
instrument configureren
2. Houd
ingedrukt totdat "USER" (gebruiker) en vervolgens "CAL"
(kalibratie) wordt weergegeven.
Opmerking: Als "USER" (gebruiker) en "CAL" (kalibratie) niet worden
weergegeven, kan de fabriekskalibratie voor het geselecteerde bereik niet
worden gewijzigd.
3. Druk op
vervolgens op
Onderhoud
Diverse gevaren. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van
het document beschreven taken uitvoeren.
Haal het instrument niet voor onderhoud uit elkaar. Als er inwendige
componenten moeten worden gecontroleerd of gerepareerd, neem dan contact
op met de fabrikant.
Reiniging van het apparaat
Reinig de buitenzijde van het apparaat met een vochtige doek en een
milde zeepoplossing en veeg het apparaat vervolgens droog.
totdat "dEL" (verwijderen) wordt weergegeven en druk
.
als u wilt terugkeren naar de meetmodus.
op pagina 179.
totdat "dFL" (standaard) wordt weergegeven en druk
.
V O O R Z I C H T I G
L E T O P
Het
Nederlands 195