4. Houd
ingedrukt totdat "USER" (gebruiker) en vervolgens "CAL"
(kalibratie) wordt weergegeven en druk vervolgens op
Opmerking: Als "USER" (gebruiker) en "CAL" (kalibratie) niet worden
weergegeven, kan de fabriekskalibratie voor het geselecteerde bereik niet
worden gewijzigd.
5. Wanneer "RES" (resolutie) wordt weergegeven op de display stelt u
de resolutie in.
a. Druk op
wordt weergegeven.
b. Als u de resolutie wilt wijzigen, drukt u op
. Druk op
c. Als u de resolutie niet wilt wijzigen, drukt u op
6. Wanneer "S0" wordt weergegeven op de display drukt u op
Druk op
om de blancowaarde in te voeren en druk vervolgens op
.
Opmerking: Druk op
7. Wanneer "A0" wordt weergegeven op de display, meet u de
absorbtie van de reagensblanco.
a. Plaats de lege monsterkuvet in de meetschacht.
b. Breng de instrumentkap aan over de meetschacht.
c. Druk op
weergegeven.
d. Neem de monsterkuvet uit de meetschacht.
8. Druk op
totdat "S1" wordt weergegeven.
9. Wanneer "S1" wordt weergegeven op de display drukt u op
Druk op
om de eerste standaardwaarde in te voeren en druk
vervolgens op
Opmerking: Druk op
10. Wanneer "A1" wordt weergegeven op de display, meet u de
absorbtie van de uitgereageerde standaardoplossing.
a. Plaats de kuvet met het uitgereageerde standaardmonster in de
meetschacht.
b. Breng de instrumentkap aan over de meetschacht.
c. Druk op
weergegeven.
192 Nederlands
. De resolutie-instelling (plaatsing decimaalteken)
om de wijziging op te slaan.
om naar het volgende cijfer te gaan.
. Op de display wordt de absorbtiewaarde voor "S0"
.
om het volgende cijfer in te voeren.
. Op de display wordt de absorbtiewaarde voor "S1"
.
en vervolgens op
.
.
.