Beveiliging Tegen Overbelasting - EINHELL AFEN 10 Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para AFEN 10:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 22
Anl AFEN 10_SPK7_11spr
3. Laden van de batterij
Conform de instructie van de fabrikant van het
motorrijtuig dient de batterij voor het laden van het
boordnet te worden gescheiden. Wij wijzen op het
feit dat de voertuigen in standaarduitrusting reeds
talrijke elektronische componenten (zoals b.v. ABS,
ASR, injectiepomp, boordcomputer en autotelefoon)
bevatten. Eventueel zich voordoende
spanningspieken kunnen tot defecten bij de
elektronische componenten leiden. Daarom is het
aan te raden de batterij voor het laden van het
boordnet te scheiden.
Neem de instructies in de gebruiksaanwijzingen
voor auto, radio, autotelefoon enz. in acht.
Het laadtoestel is een automatisch laadtoestel, d.w.z.
het is bijzonder geschikt voor het laden van
onderhoudsvrije batterijen alsook voor het langdurig
laden en voor het onderhouden van de lading van
batterijen die niet voortdurend worden gebruikt, b.v. voor
boten, grasmaaiers en dgl. Gasvorming in de batterij
wordt voorkomen doordat de laadspanning beperkt is tot
14.1 Volt (2,35 V/cel). Toezicht op het laden is niet
noodzakelijk.
Voor het laden van de batterij gaat u als volgt te
werk :
Fig. 1
Draai de batterijstoppen los of verwijder
deze van de batterij.
Fig. 2
Controleer het zuurpeil van uw batterij.
Indien nodig, gedistilleerd water bijvullen.
Let op ! Batterijzuur is bijtend. Zuurspetters onmiddellijk
met veel water grondig afspoelen (15 minuten) en,
indien nodig, de dokter consulteren.
Let op ! Door het laden kan gevaarlijk knalgas
vrijkomen. Daarom tijdens de laadbeurt vonkvorming en
open vuur vermijden. Ontploffingsgevaar !
Fig. 3
Sluit eerst de rode laadkabel aan op de
pluspool van de batterij.
Fig. 4
Vervolgens wordt de zwarte laadkabel
aangesloten op de minpool van de batterij.
Fig. 5
Nadat de batterij is aangesloten op het
laadtoestel kunt u het laadtoestel aansluiten
op een stopcontact met 230 V ~ 50 Hz. Het
toestel mag niet aan een stopcontact met
een andere netspanning worden
aangesloten.
Fig. 6
Berekenen van de laadtijd :
De laadtijd wordt bepaald door de
laadtoestand van de batterij. Bij een lege
batterij kan de laadtijd approximatief met de
volgende formule worden berekend :
capaciteit van de batterij in Ah
Laadtijd/u =
ampère (laadstroom aritmetisch)
Voorbeeld =
24 Ah
= 9,6 uur maxi.
2,5 A
27.04.2006
14:22 Uhr
Seite 17
Bij een normaal ontladen batterij gaat een
hoge beginstroom vloeien. Met
toenemende laadtijd daalt de laadstroom.
Bij oude batterijen waarbij de laadstroom
niet daalt, is een defect voorhanden, zoals
kortgesloten cellen of schade door
veroudering.
Fig. 7
De exacte laadtoestand kan enkel worden
bepaald door de zuurdichtheid met een
zuurhevel te meten.
Wenk ! Tijdens het laden komen gassen vrij (vorming
van gasbellen aan het oppervlak van de
batterijvloeistof). Let dus wel op een goede verluchting
in de ruimten.
Waarden van de zuurdichtheid (kg/l bij 20° C)
1,28
Batterij laden
1,21
Batterij half geladen
1,16
Batterij ontladen
Fig. 8
Trek de netstekker uit het stopcontact.
Fig. 9
Neem eerst de zwarte laadkabel los van de
minpool van de batterij.
Fig. 10
Vervolgens neemt u de rode laadkabel los
van de pluspool van de batterij.
Fig. 11
Batterijstoppen weer opdraaien of
opdrukken.

4. Beveiliging tegen overbelasting

Fig. 12
De ingebouwde platte zekering (10 A)
beschermt het toestel tegen verkeerde
poling en kortsluiting. Bij een defect van de
zekering dient deze te worden vervangen
door een zekering met dezelfde amperage.
Bij het vervangen van de platte zekering
eerst de netstekker uit het stopcontact
trekken en de laadtangen van de batterij
losnemen.
In geval van thermische overbelasting
onderbreekt een zelfstandig schakelende
veiligheidsschakelaar het laadproces. Na
een afkoelpauze schakelt deze het
laadproces automatisch weer in.
5. Onderhoud en verzorgen van de
batterij en het laadtoestel
Let er altijd op dat uw batterijen in uw wagen vast
gemonteerd zijn.
Een perfecte verbinding met het stroomnet van de
elektrische installatie moet verzekerd zijn.
Batterij proper en droog houden. Aansluitklemmen
lichtjes insmeren met een zuurvrij vet (vaseline) dat
bestand is tegen zuur.
Bij niet onderhoudsvrije batterijen het zuurpeil ca.
om de 4 weken controleren en, indien nodig, enkel
gedistilleerd water bijvullen.
Het laadtoestel dient in een droge ruimte te worden
opgeborgen. De laadklemmen moeten van corrosie
worden ontdaan.
NL
17

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

10.508.50

Tabla de contenido