BESCHRIJVING
SYNCRO is een nieuwe V2-systeem dat de gesynchroniseerde
werking toelaat van twee schuifmotoren.
Het systeem bestaat uit twee identieke modules die op de
motoren ontkoppeld moeten worden.
Om de MASTER-motor en de SLAVE-motor te definiëren is het
nodig de
SYnC
-parameter in te stellen via het configuratiemenu
van de centrale.
WERKING
De werkingcyclus van het systeem gebeurt volgens de parameters
(tijden, automatische sluiting, enz.) die ingesteld zijn op de
MASTER-motor.
De parameters die de veiligheidsinrichtingen (fotocellen, groeven,
enz.) betreffen die ingesteld moeten worden op de motor waar
de inrichtingen verbonden zijn; hun ingreep heeft hoe dan ook
effect op de de gehele automatisering.
De commando-inrichtingen (start, stop, enz.), zowel bekabeld als
via radio, kunnen verbonden worden of opgeslagen worden op
één van de twee motoren; de ingreep van deze heeft hoe dan
ook effect op de gehele automatisering.
Het START-commando commandeert de gehele opening van de
twee hekken, terwijl het commando van VOETGANGERSTART de
opening commandeert van het door het MASTER-motor
bewogen hek voor de tijd die ingesteld is in het menu
AANTEKENING: voor een preciezere werking van het
systeem, in het bijzonder van de SLAVE-motor, wordt het
gebruik van de encoder aanbevolen.
INSTALLATIE
1. Installeer de twee hekken op onafhankelijke manier
2. Installeer alle veiligheidsinrichtingen en de accessoires
AANTEKENING: voor een snellere werking van het systeem
wordt het aanbevolen de veiligheidsinrichtingen op de
motor aan te sluiten die geconfigureerd zal zijn als MASTER
3. Ontkoppel de twee SYNCRO-modules van de ADI-connector
LET OP: de richting van de gepolariseerde connector in acht
nemen
4. Verbind de twee modules onderling m.b.v. een bipolaire kabel
AANTEKENING: het is niet nodig de polariteit van de kabels
in beschouwing te nemen
5. De twee motoren voeden: op de SYNCRO-modules gaan een
rode aan en begint een groene led te knipperen
6. Configureer alle veiligheidsinrichtingen die verbonden zijn aan
elke commandocentrale
7. Monteer de begrenzers af en stel deze bij
8. Schakel de werking van de encoder in
9. Start de procedure van zelf leren op de twee motoren, één
per keer
t.APP
.
LET OP: de veiligheidsinrichtingen die verbonden zijn aan
de commandocentrale die NIET in fase van zelf leren zijn,
zijn NIET actief totdat de installatie voltooid is
10. Schakel op beide commandocentrales het menu
configureren de titel
de andere als SLAVE in te stellen
12. Ga na dat de rode led op de twee modellen uitgaat.
De groene led gaat verder met knipperen om aan te geven
dat de communicatie tussen de twee modellen actief is.
8
i.Adi
door de ene motor als MASTER en
SYnC
in en