Het DX2.5 remontluchtings- & remvloeistof-
aftapsysteem werkt op perslucht en ver wij-
dert remvloeistof en lucht uit het remcircuit.
Om schade aan het remsysteem te voor-
komen, dienen de service- en reparatie-
voorschriften van de fabrikant zorg vuldig
te worden gevolgd. Wijzig of vervang geen
enkel deel van het systeem. Neem bij het
omgaan met remvloeistof de plaatselijk
geldende veiligheidsvoorschriften in acht.
Onderhoud aan de remmen moet worden
uitgevoerd door een bevoegde onder-
houdstechnicus.
Gebruik het systeem niet met oplosmiddelen, brandstof of explosieve vloeistoffen. Dit kan een explosie veroorzaken met ernstige
letsels tot gevolg. Controleer regelmatig de goede werking van de veiligheidsklep.
Houd steeds het remvloeistofpeil in het oog tijdens het ontluchten. Gebruik oude remvloeistof nooit opnieuw. Voer oude remv-
loeistof af volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Controleer na het ontluchten steeds het vloeistofpeil en de remmen
volgens de instructies van de voertuigfabrikant.
Het deksel en het vat mogen nooit worden gedemonteerd wanneer de DX2.5 onder druk staat, d.w.z. wanneer de drukmeter (+)
aangeeft. Gebruik het systeem nooit als de meter in het rode gebied staat. Houd de veiligheidsklep in het deksel schoon. Zorg
ervoor dat ze nooit geblokkeerd is.
Wees altijd voorzichtig wanneer u met remvloeistof werkt en zorg dat er geen vloeistof op de gelakte delen van het behandelde
voertuig terechtkomt. Het lakwerk kan worden beschadigd.
Als u van vloeistof wisselt of de afgetapte vloeistof gaat hergebruiken in het voertuig, moet u het vat eerst grondig reinigen of
een ander vat gebruiken waarvan u zeker weet dat het schoon is voordat u de vloeistof aftapt.
Bewaar nooit accuzuur in de eenheid. Maak de eenheid grondig schoon, wanneer deze is gebruikt met accuzuur.
• Zet het bedieningshandvat in de neutrale
stand voordat u de perslucht aansluit.
• Sluit de perslucht aan (5,5-12 bar) en
controleer of de zuig-/aftapslang goed is
vastgemaakt aan de snelkoppeling op het
deksel.
• Verwijder de zuiglans en monteer de
universele adapter op de gereinigde
ontluchtingsschroef van de remklauw.
• Draai het bedieningshandvat naar de
zuigstand (naar links) en draai de ont-
luchtingsschroef open.
• Laat de zuigfunctie 20-30 seconden
werken tot nieuwe remvloeistof zichtbaar
is in de slang. Zorg ervoor dat het
systeem is ontlucht.
OPGELET! Zorg ervoor dat er steeds
remvloeistof in het remvloeistofvat zit.
• Draai de schroef dicht en zet het bedie-
nings handvat weer in de neutrale stand.
Herhaal de procedure voor alle ontluch-
tingsschroeven in de volgorde die wordt
voorgeschreven door de voertuigfabrikant.
NL
Remontluchtingsslang/
afvoerslang
Slangaansluiting
voor zuigen/
aftappen
Universele adapter,
opbergpositie
Bediening
Universele adapter
Zuiglans
Remvloeistof-
reservoir
• Steek de zuiglans in de universele adapter.
• Zuig de oude remvloeistof op met de lans
door het bedieningshandvat in de zuig -
stand (naar links) te zetten. Vul met nieuwe
vloeistof tot het maximumniveau.
Opgelet! De zuigslang wordt automa tisch
geleegd wanneer het bedieningshandvat
weer in de neutrale stand wordt gezet.
Wanneer de vloeistof wordt herge -
bruikt, kan het voertuig schade op-
lopen als de vloeistof wordt vermengd
met een ander type of gebruikte vloei -
stof en weer in het voertuig terechtkomt.
• Tap de DX2.5 af door het bedienings-
handvat naar de aftapstand (naar rechts)
te draaien.
• Het aftappen van vloeistof kan met de zuig -
slang, maar gaat sneller met de dikkere
afvoerslang van 1 meter.
OPGELET! De vergrendelingshendel
moet omhoog worden getrokken om het
bedieningshandvat te kunnen draaien.
Aansluiting persluchtslang
Draaibaar bedieningshandvat
voor zuigen/aftappen
Drukmeter
Veiligheidsklep
(–) vacuüm
(+) druk
• Vul de navulfl es (A) en plaats ze op het
remvloeistofreservoir om het vloeistof-
niveau automatisch te behouden tijdens
het ontluchten.
• Er is een optioneel verlengstuk (B)
verkrijgbaar voor beperkte ruimten.
OPGELET! De navulfl es is een optioneel
accessoire en moet afzonderlijk
worden besteld.
De navulfl es
kan worden
aangesloten op
de hoofdeen-
heid en zo
handig worden
opgeborgen.
Vergren-
1/4" universele
delings-
aansluiting
hendel
Zuiglans,
opbergpositie
A
B
(NL) 15