3.4. Opstelling en elektrische aansluiting
3.4.1. Plaats van gebruik
LET OP!
Mogelijke materiële schade!
Gevaar voor schade aan het apparaat door onjuist ge-
bruik.
Installeer het apparaat in een droge ruimte die kan worden
geventileerd. Om bij beschadiging van het koelsysteem voor
voldoende verluchting te zorgen, moet de ruimte een opper-
vlak hebben van circa 4 m².
Houd bij het installeren rekening met de ruimte die voor het
apparaat nodig is (zie "8.2. Apparaat plaatsen" op blz. 108).
Het apparaat is geschikt voor de klimaatklassen N/ST (zie ty-
peplaatje). Bij een omgevingstemperatuur van 16 °C tot 38
°C is een optimaal koelvermogen van het apparaat gewaar-
borgd. Bij afwijkende temperaturen kan het vermogen van
het apparaat afnemen.
Stel het apparaat niet bloot aan extreme omstandigheden.
Vermijd:
– hoge luchtvochtigheid of vocht;
– extreem hoge en lage temperaturen;
– direct zonlicht;
– open vuur.
Het apparaat is niet bedoeld als inbouwapparaat.
WAARSCHUWING!
Brandgevaar!
Onvoldoende luchtcirculatie kan leiden tot oververhit-
ting.
Voorkom dat de ventilatieopeningen in de behuizing, rond-
om het apparaat en in de inbouwnis geblokkeerd worden.
DE
FR
NL
ES
IT
95